297_Wij kunnen dat!
Op een herfstige novembermiddag besluiten Vriendin en ik dat we op 5 juni 2019 het laatste concert van Marco Borsato uit een historische reeks in De Kuip zullen bijwonen. Er is nog maar één keuze: staanplaatsen op het veld. We knipperen niet eens met onze ogen. Stoere meiden, wij kunnen dat!
Onze tickets komen op tijd binnen. We besluiten er een minivakantie van te maken met een overnachting op het Noordereiland in Rotterdam in een B&B waar ik met mijn vriendinnengroep alle themakamers al eens heb afgehuurd. Deze keer slapen Vriendin en ik in de Caraïbische kamer.
Een week voor het concert wordt het nog onverwacht spannend…immers, mijn stem laat het afweten (zie Parel 296). Ik demonstreer hoe erg het is door een bandopname te maken die ik aan Vriendin stuur. ‘Als het woensdag nog zo is, ga ik niet’ fluister ik. Ze appt terug ‘Kan op de hardste stand nog steeds niet verstaan wat je zegt’. Dat wordt nog wat.
Maar het Engelenkoor blijkt de handen ineen te slaan, want mijn zeven dagen zwijgen wordt beloond. Woensdag arriveren we kort na de middag in de B&B. Oei, we zijn vergeten dat het Caraïbische bed formaat twijfelaar heeft. En deze keer hebben we geen aparte kamers. We knipperen niet eens met onze ogen. Stoere meiden, kunnen wij best!
De B&B heet CherryCake & Chocolate. De laatste plakjes kersencake zijn voor ons. Het is druk geweest, alle concertdagen op rij. Onze gastvrouw informeert naar onze chocoladevoorkeur, zodat ze ’s avonds een paar chocolaatjes op de kamer kan klaarzetten. ‘Puur’ zeggen we in koor. ‘O, dat heb ik niet meer’ verontschuldigd ze zich. We kijken elkaar niet aan, bang om de slappe lach te krijgen.
We trekken een plan voor het vervoer naar De Kuip vanavond. De gastvrouw bestelt voor ons de watertaxi, een ‘belevenis waar je iedere minuut van moet genieten’ over de Nieuwe Maas. De terugweg zullen we per reguliere taxi moeten afleggen. Om drie uur reserveren we die voor 23.45 uur. Het concert duurt tot 23.00 uur maar we nemen het ruim. We zullen bij het Maasgebouw ‘onze’ taxi vinden. Logistiek lijkt het me een onmogelijke opgave om bij een uitverkochte Kuip te weten wie de taxi heeft besteld. Maar Mark – de man die de rit met mij afspreekt – wuift dat weg. ‘Ik spreek per taxi een andere plek af, anders worden die chauffeurs gek deze dagen’. Hm. Best slim. Drie keer herhalen we mijn mobiele nummer. ‘Zorg dat je niet teveel filmt en dat je telefoon nog aan staat, anders gaat het mis!’ waarschuwt hij nog.
Om 18.00 uur stappen we in de watertaxi. Het is inderdaad een belevenis! We genieten van de Miami Vice snelheid waarmee de waterboys hun speelgoed behendig over de Nieuwe Maas jagen. Een kwartier later stappen we – voorzien van muntjes voor consumpties – het veld op in De Kuip. We zijn zeker niet de eersten, maar vinden onze plek ter hoogte van de eerste lichtmasten vanaf het podium echt prima. We hebben onze wandelschoenen-met-demping aan en in onze zorgvuldig geminimaliseerde outfit zitten in elk geval oordoppen én een plastic poncho. Stoere meiden, op alles voorbereid.
Het voorprogramma begint om 19.00 uur en de oordoppen bewijzen hun dienst. De sfeer is uitbundig en er valt behalve veel te beluisteren ook veel te zien. Zo spotten we pal naast ons het Boer zoekt Vrouw-koppel Steffi en Roel (de stoere hengstenhouderij-boerin-met-lady-Di-verlegen-blik). Onveranderd vrolijk en gelukkig met haar Roel. Verder valt echt op dat er verschillende generaties vertegenwoordigd zijn. Bijzonder, al was het alleen al omdat de muzieksmaken van ouders en kinderen zelden overeenkomen.
Van 20.00-23.00 uur gaan we op in een mega-fantastisch concert, spetterende lichtshows, ontroerende gastartiesten en onverwachte cadeautjes. We negeren onze zere ruggen, vermoeide benen en stramheid van het al urenlang staan. Stoere meiden, wij kunnen dat.
Om 22.50 uur krijgen we na een lichtflits en een secondelang onheilspellende lucht een stortbad. Zelden zoiets gezien. We zien de regen op het podium vallen en voelen nog niets. Twee tellen later zijn we doorweekt, nog voor we goed en wel onze poncho over ons hoofd hebben kunnen trekken.
Marco toont respect voor zijn publiek en blijft, samen met de leadzanger Marcel van Veenendaal van Di-rect in het striemende noodweer door zingen.
Een kwartier voor onze taxi-afspraak staan we als verzopen katten – door de blauwe poncho’s met een surrealistische twist – onder de luifel van het Maasgebouw. De roze loper, gastvrouwen met goodybags en een enorme limo voor de deur verraden gevulde skyboxen waar het feestje nog even door zal gaan.
Op het parkeerterrein is het chaos. Niemand komt weg. Wij verheugen ons op de taxi die tot de tourniquet kan rijden via de sluiproute. Kwart voor twaalf. Twaalf uur. Kwart over twaalf. Vriendin belt met haar mobiele telefoon naar het taxibedrijf, maar belandt in een belcirkel zonder einde. Mijn telefoon heeft nog 80% batterij maar blijft oorverdovend stil. De toch al geblesseerde knie van Vriendin heeft het lange staan geen goed gedaan: drie kwartier lopen zit er niet meer in. Maar ook met twee gezonde knieën is de koek schoon op bij mij.
Met onze geplakte poncho’s vragen we bij de receptie van het Maasgebouw of zij opnieuw een taxi kunnen bestellen. Dat kan. Een half uur later meldt de beveiliger met zeer veel omhaal dat er, als het goed is, dus écht, als het goed is, drie taxi’s ‘bovenaan de hol’ staan. De hol is honderd meter lopen. Stoere verzopen katten kunnen dat.
Aangekomen op de Coen Moulijnweg zien we een taxibusje dat net volgepropt wordt met Borsatopubliek. Vlak daarachter rijdt – voetstaps en met passagiersraam geopend – een taxi. ‘Bent u vrij?!?!?…’ De man knikt en met de laatste wilskracht persen we er een drafje uit. Plotseling schreeuwt een verkeersregelaar in een geel hesje ‘Wégwezen hier, je mag geen ritten aannemen, wégwezen!!!’…
Hij baant naar de chauffeur en vertelt door het raam in niet mis te verstane bewoordingen dat deze taxi hier geen passagiers mag ophalen. Het is niet zijn wijk. Dan ziet het gele hesje ons. Twee blauwe poncho’s met geplakte haren. Het is kwart over één in de nacht. En we hebben vanaf 18.00 uur nog niet op een stoeprand kunnen zitten.
‘Stap maar in dan dames’. De chauffeur komt er met een waarschuwing vanaf. Om 01.30 uur ploffen we op de twijfelaar. De fles wijn op het balkon is lekker gekoeld. Kaasje, chips. En lachen als bij een schoolreisje.
Deze nacht slapen we zes uur aan één stuk. In een twijfelaar. Stoere meiden, wij kunnen dat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!