317_Troost Teevee
Heftig, historisch, uniek, once-in-a-lifetime, met grote woorden zullen we deze periode in ons collectieve geheugen griffen.
In één klap hebben we geen last meer van generatiekloven. Van arm of rijk. Van korte lontjes. Van maar 100 kilometer per uur mogen rijden. Van een overvolle agenda. Van bladeren op het spoor, van ‘praten’ in een stiltecoupé. En van zwijgend met een vergroeide nek ‘sociale’ activiteiten bijwonen. Of volkomen ‘los’ gaan op social media. Van gepest worden op school. Van fileleed. Van vliegschaamte. Van onze burn-out…
Sinds een dikke week zijn we doordrongen van de ernst van de zaak. Luisteren we dagelijks naar nieuwe feiten en maatregelen. Laven ons aan ‘Troost-teevee’ (dat wordt een van de nieuwe woorden van dit jaar, let maar op) en bloemenhuldes, klappen in onze handen tot ze tintelen en zitten klaar voor toespraken van minister president en de koning. En we lézen! We lézen!!
Met een mengeling van verbazing en blijdschap ervaar ik dat de wereld er in enkele dagen totaal anders uitziet. We slagen erin de beste versie van onszelf te worden. De noodzakelijke, collectieve gedragscodes leveren een parel van een bijvangst op: oprechte aandacht, saamhorigheid, warmte!! De Generatie Z (1990-2000), voor wie internet vanzelfsprekend is omdat ze opgroeiden in het digitale tijdperk, kan zich fantastisch revancheren. Zij zijn het, die nu oud genoeg zijn om de digitale brug te slaan binnen het onderwijs. Zij zijn het, die nog jong genoeg zijn om zich de lesstof nog te herinneren en de ouders van Generatie Alpha (2000-2011) te assisteren. Zij zijn het, die straks hun stageperiode in de zorg glansrijk kunnen afronden met een bak praktijkervaring om U tegen te zeggen.
En wat te denken van de branche uitvoerende beroepen, waar al jaren alles uit de kast moet worden gehaald om gemotiveerd en goed opgeleid personeel te werven? Zij staan nu op de kaart, in de spotlights en laten zien wat de werkelijke waarde is van vakmanschap.
Toegegeven, de eerste dagen had ik een déja vu. Vijf jaar geleden verloor ik mijn laatste vaste, fulltime baan. De adrenaline van de grote projecten en de enorme personele gevolgen van het verdwijnen van mijn afdeling zat de eerste maanden nog geramd in mijn systeem. Net als de wekelijkse duizend kilometer woon-werkverkeer die ik fluitend maakte, fileleed of niet. De reistijd ervoer ik als ‘stille tijd’, tijd om de dag te verwerken en ‘leuk’ thuis te komen. De tien uur die ik – als tekstschrijver daarnaast als zzp-er invulde was vooral de kers op mijn eigen taart.
Maar wat overheerste, was het gevoel een renpaard op stal te zijn. Natuurlijk kreeg ik aandacht in die eerste maanden. Mijn gevoel van verlatenheid werd er echter niet minder door. Immers, niemand zat in hetzelfde schuitje. Niemand stond in mijn schoenen. Niemand had dezelfde ervaring. Sinds deze maand kan ik dat nooit meer zeggen. En sinds deze maand kan ik zeggen dat ik weet hoe het voelt als je je handen thuis moet houden, terwijl je van de emotie dat juist nú even niet zou willen doen. Dat ik weet hoe het voelt als je ‘alleen’ bent, sociale contacten mist.
Wat ben ik – achteraf – blij dat ik niet wist hoe lang het zou duren. Net zomin als ik wist dat mijn geboortejaar de bottleneck zou zijn om de volgende vijf jaar ook nog maar ergens in dienst te mogen treden. Het schrijven werd mijn reddingsboei. Niet genoeg om de kost te verdienen, maar royaal genoeg om mij lang blij uit mijn ogen te laten kijken.
Vorig jaar voorzagen we dat we het met onze reserves nog een jaar zouden kunnen volhouden in ons prachtige grote huis met de torenhoge hypotheek. Maar de glans was er al tijden af en ik lag wakker van de onmacht iets aan mijn toekomst te kunnen bijsturen. Een afwijzing van het ziekenhuis in Hilversum omdat ik te oud was om avonddienst te draaien gaf de doorslag. Stampend en verslagen zei ik tegen Lief: ‘Ik kan het niet meer incasseren. Als we ons inkomen niet kunnen beïnvloeden, dan doen we dat met de uitgaven.’ We zijn in oktober verhuisd van de Flevopolder naar Walcheren. En wonen in een lieflijk pandje waarvan ook de hypotheek ons past als een jas. Een klein jasje, drie keer zo klein als we gewend waren.
Deze coronacrisis gaat ook aan mij als zzp-er niet voorbij. En opnieuw breekt een periode aan die ik niet kan overzien. Maar ik tel mijn zegeningen als een mantra. We hebben alle besluiten op tijd genomen. Op tijd gekocht en verkocht, geen dure hypotheek meer om mijn nek. Niet langer de stress en afhankelijkheid van mijn wisselende inkomen. Wonen dichtbij mijn familie, op steenworp afstand van zee en strand.
Na deze tijd zal er niemand zijn die mij nog aan gaat nemen in betaalde dienst. Dat is zuur, maar niet onoverkomelijk. Want als ik íets geleerd heb in deze vijf jaar, dan is het wel om aan de zonkant van de straat te blijven lopen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!