343_Hansen en Peters
Exact honderd (!) Parels geleden schreef ik voor het eerst over een opvallende collectie van dezelfde voornamen in mijn netwerk: de ‘Hansen’ en de ‘Peters’. Eén bijzondere ‘Hans’ kreeg de hoofdrol in deze Parel. En dat krijg hij vandaag opnieuw. Aanstaande dinsdag valt mij de eer te beurt om zijn huwelijk te voltrekken. En dat hebben we in de tweede klas van de middelbare school (1975) niet kunnen bedenken! Daarom….in reprise: Parel 243 (nu 343), Hansen en Peters!
Mijn netwerk telt nogal wat Hansen en Peters. Het is een tijdsbeeld, mijn generatiegenoten kregen nog ‘Hollandse’ namen. Het viel me deze week pas écht op. Ik vond namelijk een Hans terug van twintig jaar geleden. Een bijzonder exemplaar.
Bijna drie weken lang heb ik me intensief bezig gehouden met het opruimen en herinrichten van de zolderverdieping. Bij het ontmantelen van alle kerstversiering – drie bomen in huize TekstAtelier, ‘we doen niet in beetjes’ is heus geen grootspraak – hebben we alles vóór de schotten gezet. Mijn eerste voornemen voor dit jaar was glashelder: de klus van 2017 afronden. Opruimen en uitmesten, alleen de zolder nog.
De bomen verdwijnen niet eerder achter de schotten dan wanneer alle andere spullen er eerst achter vandaan getrokken worden. Het levert – naast een ongekende hoeveelheid creatieve spullen, wat hartzeer en ‘hoofdpijnkeuzes’ – echt een paar parels van verrassingen op. ‘Verborgen Schatten’. Zo vind ik een gloednieuw convectorput-rek, dat na elf jaar ein-de-lijk ontdekt is en nu in de woonkamer de prominente plek heeft gekregen die het verdient.
Behalve de categorie spullen waar ook mijn Lief zeggenschap over heeft, zijn er bij de verhuizing in 2007 ook dozen met persoonlijke nostalgie achter de schotten geschoven. Dat levert ons allebei een aantal dozen ‘huiswerk’ op. Ik span de kroon, met twaalf dozen ‘persoonlijke nostalgie’. Om niet teveel te slepen zal ik die op zolder uitzoeken. Mijn Lief parkeert zijn dozen tot nader order een verdieping lager op zijn eigen kamer.
Eerst maken we een plan voor alle creatieve spullen die ik in de loop van vele jaren heb verzameld. Twee voormalige kledingkasten worden voorzien van schappen, zodat ik alles kan uitzoeken en daarna overzichtelijk op één plek in huis kan terugvinden. Daar gaat een week tijd in zitten. Alleen mijn kralenkast blijft – omdat het ook een prachtig meubelstuk is – in de woonkamer.
Deel twee van de missie is ingewikkelder. Persoonlijker ook. In week twee komt er een heel leven voorbij. Een ‘trip down memory lane’ pleegt mijn internationaal georiënteerde vriendin het te noemen. Voor het eerst past deze Engelse tekst beter bij mijn gevoel dan het woord ‘nostalgie’. Foto’s van twee Peters die niet meer in mijn netwerk zitten. Erfstukjes van mensen en periodes die ik bij vlagen nog mis. De enige pop die ik de moeite waard vond om de rest van mijn leven achter me aan te slepen. Het ‘winkeltje’ waarmee ik zorgeloze kinderjaren heb gespeeld. Een volle krat met papieren van mijn laatste baan. Ik heb er drie jaar omheen gelopen, het was lang genoeg.
Ik loop de trap af, de kamer van mijn Lief in. Even een pauze nemen. We kletsen wat en mijn blik valt op één van ‘zijn’ dozen. Prisma woordenboeken in drie talen piepen wat wispelturig uit het karton omhoog. ‘Die zijn van mij hoor’, zeg ik. ‘Want jij had geen Frans in je pakket’. Toch even verder graven hier, mijn nieuwsgierigheid is gewekt. De inhoud van de doos is duidelijk van gemengde aard. Blijkbaar waren we het inpakken beu en hebben de laatste zaken voor de zolder gemakshalve in de doos geflikkerd. Nostalgie is nostalgie ten slotte.
Maar dan gebeurt het. Er ligt onderin een hele chique fotoalbum, apart verpakt in een beschermend karton. De trouwalbums van vroeger werden zo afgeleverd. Bij mijn jawoord tegen Lief heb ik zelf de foto’s genomen, maar hoe zat het met de twee keer ervoor? Nergens voor nodig, al dat getob. In een fantastisch en puntgaaf album vind ik mezelf twintig jaar jonger terug op mijn afscheidsreceptie van de Gemeente Delft. De officiële uitnodiging, foto’s van het champagneontbijt, oud collega’s en ‘projecten’, het is er nog allemaal. Achterin het album zit de grootste verrassing: de speeches van mijzelf én mijn opvolger. Hans. De Hans van twintig jaar geleden.
Ik draag ze met een grote grijns voor aan mijn Lief. Ze hebben nog niets aan zeggingskracht verloren.
Een dag later google ik Hans. Dan ontdek ik ook hoeveel Hansen ik ken. Maar deze is bijzonder. Want behalve dat hij mijn baan overnam, zat hij – nog veel langer geleden – ook bij mij in de klas op de middelbare school. Déze Hans kent mij ruim veertig jaar.
Wij hadden een voor anderen soms onnavolgbare communicatie. Het begon er al mee dat we elkaar niet met de voornaam aanspraken. Ik moest daar meer aan wennen dan hij. ‘BOS’ en ‘Strien’ werd het. Kort, to the point en niet altijd even sensitief, maar we hadden echt aan een half woord genoeg.
In mijn Messenger-bericht aan hem val ik gelijk in ons vertrouwde patroon. ‘Ben met metamorfose zolder bezig en verdwaalde gisteren in jouw onvolprezen ‘alfabet’ bij mijn afscheid van De Staal. Waar blijft de tijd. Zie dat de journalistiek definitief gewonnen heeft. Zou het leuk vinden weer eens van je te horen. Grtz. ‘Strien’. Het duurt geen uur voor er ‘Hé wat leuk, Strien!’ als reactie komt.
Dezelfde avond bellen we. In anderhalf uur praten we twintig jaar bij. Dat kan alleen maar omdat we allebei het onnavolgbaar communiceren nog niet verleerd zijn.
PS
Bos, ik doe je tekort met deze Parel. Jouw levensverhaal leent zich voor een boek. Je gaat het zelf schrijven, ooit. En mocht je nog iemand zoeken voor het redigeren, denk dan aan Strien.
©Eerzs: Eerste keer gepubliceerd op zondag 21-1-2018, reprise 18-10-2020
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!