344_Verborgen schat
In de eerste week van april gaat mijn telefoon. Kijk STRIEN, weet je nog van die vriendin van mij? Nou, ik ben net een half uur terug van het stadhuis in Delft, want ik ga met haar trouwen. Maar op één voorwaarde…..dat JIJ het huwelijk voltrekt!
Ik ken Hans (BOS) sinds 1975, het jaar waarin ik de middelbare school in Beverwijk verruilde voor die in Delft en met hem in dezelfde klas zat. Ook daarna hebben onze paden elkaar met grote tussenpozen gekruist.
Zijn huwelijk wordt mijn primeur. Vier jaar geleden heb ik mijn papieren gehaald om rouw- en trouw-ceremonieën te mogen begeleiden, maar er wordt niet veel getrouwd in mijn netwerk en bovendien weten veel mensen niet dat ik deze dienstverlening in mijn pakket heb.
In augustus logeer ik een paar dagen in Noord-Holland en spreek voor een kennismaking met zijn aanstaande Karin af bij hen thuis. Om straks in oktober evenwicht in de speech te kunnen brengen interview ik haar apart. Aan het eind van de middag is er nog tijd om met Hans terug te blikken op onze gezamenlijke herinneringen aan school en werk. De naam van een leidinggevende die destijds op een beslissend moment het verschil heeft gemaakt valt meer dan eens. Hans is hem uit het oog verloren, maar zeker niet uit het hart. Op de terugweg staat voor mij als een paal boven water dat dit mijn speciale bijdrage aan zijn trouwdag zal worden. De leidinggevende zit – toeval bestaat niet – namelijk al sinds 1993 in mijn netwerk.
Hans vertrouwt mij in het voorgesprek toe dat de dag voor hem geslaagd is als zijn Karin ‘JA’ tegen hem heeft gezegd én zijn achternaam draagt. En Karin wil eigenlijk niets liever dan op een maandag het trouwboekje ophalen zonder verdere poespas. We hebben nog 9 weken te gaan tot de trouwdatum en de zenuwen zijn nu al voelbaar.
Tussentijds vraag ik aan verschillende mensen in mijn omgeving wat zij zich nog herinneren van de toespraak van hun trouwambtenaar. ‘Niets!’ is het unanieme antwoord. Dat geeft de burger moed;-). Ik beloof mezelf om zo persoonlijk en ‘raak’ te schrijven dat de essentie ervan ook maanden later nog tussen de oren van het bruidspaar zit.
Alles bij elkaar werk ik van deze middag 17 kantjes op de app vastgelegde tekst uit. Het raamwerk staat, in de komende weken zal de speech wel rijpen. Wat ik nog niet kan vermoeden is dat de tekst juist in die tijd steeds meer de vorm van een oudejaarsconference zal gaan aannemen.
Dat voltrekken van de huwelijksplechtigheid lijkt – 6 maanden later – ongeveer het enige dat ongehinderd doorgang kan vinden. Zo kreeg ik behalve alle wisselende corona-regelgeving bijkans een appelflauwte toen het tijdstip op de trouwkaart een half uur later bleek dan bij de Gemeente Delft door het bruidspaar afgesproken was. Mijn geluk is de samenwerking met een ervaren trouwambtenaar in Delft, die daardoor achter de schermen het nodige kunst- en vliegwerk kan verzetten, zodat de corona-proof gehuurde bus de gasten op de juiste tijd zal afleveren.
Vier dagen na mijn appelflauwte appt Hans me dat hij bij de Gemeente ‘eens na gaat vragen’ hoe ze aan kunnen geven dat Karin zijn naam wil aannemen. ‘Want dat staat nergens’ (denkt hij). Ik maak geen slapende honden wakker en houd mijn kaken stijf op elkaar over het misverstand met het tijdstip van zijn huwelijk. Vijf minuten later appt Hans; ‘Nou zeg, ik heb zitten slapen, er is iets mis met die tijd op onze kaart, ze gaan kijken of het aangepast kan worden’. Hoewel ik aangeef dat we dat misverstand al in de luwte hebben opgelost, is – leve al het thuiswerken in deze tijd – het circus dan al in gang gezet. Weer een week later krijgt Hans bericht van één van de – andere – 16 trouwambtenaren van de Gemeente Delft, die met hem en zijn aanstaande Karin een afspraak voor een voorgesprek wil maken. De voorkeur van het bruidspaar staat dan al een half jaar vast. De Wet van Murphy heeft zijn entree gemaakt.
In het weekend voor de trouwdag (20-10-2020) schrijf ik de toespraak en check nog een aantal zaken. De verscherpte coronawetgeving maakt deze voor mij toch al historische gebeurtenis een nog grotere uitdaging. In de trouwzaal staan normaliter 76 stoelen voor publiek en die zijn teruggebracht tot de 19 toegestane personen. Zolang de gasten door het stadhuis bewegen moet dat met een mondkapje op. Foto’s maken is toegestaan met inachtneming van de anderhalve meter afstand. Voor alle betrokkenen is een aparte pen om de akte mee te tekenen klaargelegd. Een livestreamverbinding moet het mogelijk maken dat het grote netwerk van het bruidspaar de plechtigheid op afstand kan volgen.
De dag voor het huwelijk reis ik voor een overnachting opnieuw naar Noord-Holland. Onderweg krijg ik te horen dat het trouwboekje per ongeluk niet is aangevinkt als bestelling, maar toch wel zeer gewenst is. Op een parkeerplaats mail ik de bruidegom de gegevens om het alsnog voor elkaar te brengen. En hoewel zijn betaling per omgaande plaatsvindt, blijkt de – thuiswerkende – dame die het normaliter van harte in orde maakt, nu ziek te zijn. We zullen het later deze week per post moeten nasturen, het is niet anders.
In het stadhuis blijkt een half uur voor de plechtigheid dat de verbinding om de livestream te realiseren dusdanig zwak is, dat zelfs met een extra hotspot rechtstreeks uitzenden zinloos is. Voor de ingehuurde audiovisuals een flinke kater, maar na de hele reeks onvolkomenheden knipper ik niet meer met mijn ogen.
Alle hindernissen daargelaten is het tijd om voor het eerst in mijn professionele leven de toga aan te trekken. Dat het niet alleen op mij een bijzondere uitwerking heeft merk ik, als ik het bruidspaar begroet in de voor hen gereserveerde wachtruimte. De gasten zullen eerst in de trouwzaal plaatsnemen, dan gaan de deuren dicht en daarna weer open om het bruidspaar echt te laten verwelkomen door familie, vrienden en getuigen.
Autobiografisch luisteren noemen experts het, als we maar half luisteren, omdat we teveel bezig zijn met hoe we op een verhaal van een ander kunnen reageren. Maar bij luisteren draait het om de verteller. En deze verteller wil dat haar allereerste trouwspeech de boeken in gaat als de moeite waard om te luisteren én te onthouden. Daarom passen we de volgorde in de ceremonie aan: we voorzien éérst in het jawoord, dan zijn die zenuwen bij het bruidspaar voorbij. Daarna mag ik los.
Na de plechtigheid hebben zich voor het stadhuis belangstellenden verzameld om de feestdag onder deze bijzondere omstandigheden toch luister bij te zetten. Onder hen spot ik Hans zijn ‘special guest’.
‘Geweldige dingen gebeuren zelden binnen je comfortzone’ las ik recent als een soort tegelwijsheid op een website. En zo is het Hans. Samen met mevrouw Bos kun je terugkijken op een niet alledaagse, gedenkwaardige en geslaagde trouwdag!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!