370_Bagage
In mijn vierdaagse trip naar het midden van het land valt ook mijn ‘Parel-avond’. Ik open de laptop met de bedoeling om de leeskring te berichten dat ik een weekje oversla…
Nu Vriendin aan haar nachtrust is begonnen is de kamer van mij. Voor het eerst sinds donderdagmiddag open ik mijn laptop, het is royaal middernacht geweest. Om me heen alleen het geluid van een klok, een timer in een stopcontact en een klepperend kattenluik. Eenmaal achter de laptop doet de betovering van de weekendnacht haar werk.
Als ik er na een klein uurtje nog zit besluiten de twee poezen zich niets van mij aan te trekken en beginnen aan hun nachtelijke rituelen. Zo halen ze om de beurt een frisse neus in het buitenverblijf, wandelen weer naar binnen voor een sanitaire stop op de kattenbak, eten wat brokjes en herhalen dit als een waar mantra. Als de dames elkaar passeren ruiken ze even aan kop en kont en vervolgen hun weg.
Naast de tafel waar ik aan zit staan drie grote tassen met spullen die ik morgen voor de thuisreis zeker niet wil vergeten. De krat met plantjes uit het tuincentrum staat tijdelijk in de achtertuin, anders komen ze niet levend aan in Zeeland. Twee tassen en de krat had ik op de heenweg niet bij me. Mijn aankomst bij Vriendin is behalve de gezamenlijke vreugde van ons weerzien ook steevast goed voor een grijns op haar gezicht als ik de kofferbak open gooi. ‘Het is weer een volksverhuizing’ giert ze. ‘Die auto rijdt toch en er is plek zat, dus wat zal ik me behelpen?!’ reageer ik. Een kleine koffer voor kleding, een tas met laptop. Mijn werktas met vaste uitrusting voor de laptop. Een tas met schoenen en slippers. Een tas met toiletspullen. En een handtas. Het is twee keer lopen naar de voordeur en eenmaal binnen loop ik alles door naar zolder omdat we anders zelfs het toilet niet meer kunnen bereiken. Ik kan niets in de auto laten liggen, want die zullen we op de eerste avond naar de garage brengen voor het nodige onderhoud en de bandenwissel.
Hoe anders is dat als Vriendin een paar dagen naar Zeeland komt. Een weekendtas is genoeg. En vooruit, een minitasje voor telefoon en sleutels. Ze is een ster in backpacken. Of ze nu per auto reist of een vliegtuig pakt, aan haar bagage kun je aflezen dat ze veel gereisd heeft. Voor vrienden de plas over naar Engeland, voor werk naar Duitsland. In de rugtas zat dan ook nog een laptop, kleding die niet kreukt en een mini-toilettas. Het hoognodige. Geen make-up. Geen gedoe met haar haren. Tandenborstel, deo, haarlak, klaar. Niet dat ze het allemaal niet leuk vindt, maar alleen bij gelegenheden neemt ze de tijd ervoor. We zijn op dit vlak dan ook als dag en nacht.
Ons lange weekend rijgt zich aaneen. Voor het eerst in 15 maanden besteden we een dagje aan kringlopen. De oogst daarvan is heel bescheiden. Een blouse, een shawl en drie eierdopjes. Maar wat is het fijn om weer heerlijk te keuvelen, ontspannen langs grote en kleine herinneringen te dwalen.
Zaterdagochtend ben ik – als gewoonlijk – weer heel vroeg wakker en draai me nog eens lekker om. Als ik voor de tweede keer op de klok kijk is het kwart voor negen. Beneden ligt een briefje op tafel ‘Boodschappen doen’. Lekker staccato grinnik ik. Als ik later gedoucht en wel beneden kom staat de ontbijttafel gedekt, er zijn verse broodjes en croissants. Het is bewolkt vandaag en er staat niets te dringen, dus we rollen van ontbijt geruisloos naar de koffie.
Vriendin ‘spaart’ haar haren sinds corona. Niet eerder zag ik het bij haar op schouderlengte. Maar ‘los’ irriteert het. ‘Zal ik het eens leuk opsteken bij je?’ opper ik na de koffie. Tien minuten later ziet ze in de spiegel hoe ze in een handomdraai een andere look kan krijgen. Ze verdwijnt naar de badkamer en ik hoor haar op de trap zeggen ‘Nou, dan ga ik er ook maar helemaal voor vandaag’.
’s Middags in de stad loop ik naast een nieuwe vriendin. Het haar ‘op zolder’, make-upje op, lipgloss. Aangekleed-gaat-uit.
We pakken ons eerste terras in dit jaar en bestellen een zomers drankje met iets hartigs erbij. Het is nog wat onwennig. Om ons heen zitten twee- en viertallen vrienden en vriendinnen op gepaste afstand. Sommigen dragen hun mondkapje als armband, bij anderen hangt het aan één oor of onder hun kin. Toch hangt er behalve die onwennigheid ook een ingehouden blijheid in de lucht. Een jongeman, uitgedost in een kleurrijk pak dat het midden houdt tussen een zwem- en fietstenue wisselt een paar woorden met de ober die hem vertelt dat enkele mensen naar hem gezocht hebben. Als hij langs onze tafel loopt lees ik op het karton op zijn rug ‘Jezus leeft, volgt u ook?’.
We leven nog steeds in een vrij land en vandaag maakt het me al helemaal niets uit. We vieren de vriendschap, de voorzichtige versoepeling en het ongedwongen pierewaaien. Zondag zullen we geen twee, maar drie keer naar mijn auto lopen. En zullen we opnieuw lachen. Behalve mijn eigen ‘volksverhuizing’ staan er ook spullen voor anderen klaar. ‘Wat geeft het, die auto rijdt toch en er is plek zat, dus wat zal ik me behelpen?!’ zal ik zeggen, terwijl ik word uitgezwaaid door mijn nieuwe Vriendin.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!