388_Hart voor zorg
Mijn laatste werkvloer-interview dit jaar zal gepubliceerd worden in week 50. ‘Dagbestedingsbegeleider’ is het beroep waar ik de spot op zal richten.
Het is even puzzelen om – met inachtneming van alle regelgeving – een moment te vinden waar cliënt Peter dan ook nog bij kan zijn als we een foto voor bij het artikel maken. Maar het lukt. Donderdag om tien voor vier zijn 15 van de 16 cliënten uitgezwaaid en zit de dienst van Petra er bijna op. Ze wil de Stichting Zuidwester (voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking, die met enige ondersteuning zelf hun weg in het leven kunnen vinden, of die dag en nacht volledige zorg vragen, red.) met alle plezier vertegenwoordigen en heeft de moeder van cliënt Peter om toestemming gevraagd om hem samen met haar op de foto te laten zetten. Ze vertrouwt me toe dat hij ‘bezoek’ geweldig vindt. De 56-jarige Petra is een door de wol geverfde Z-verpleegkundige die in haar lange loopbaan in de zorg weet dat de meeste dagen anders verlopen dan je van te voren bedenkt. Die ochtend ontvang ik dan ook alvast een foto van haar en Peter. “Voor als het vanmiddag slecht weer is of niet lukt” luidt de ondertiteling.
Op de foto zit ze zelf op een flex chair (ook wel zorgkruk genoemd) gitaar te spelen terwijl Peter nieuwsgierig volgt wat er allemaal te gebeuren staat. Het vrolijke tafereel verrast me. Helaas is de foto verticaal genomen en daarmee onbruikbaar voor het artikel.
Bij aankomst wordt Peter nog even bezig gehouden door een stagiair, zij brengt intussen een van de andere cliënten naar de woning die grenst aan de dagbesteding. Later die middag hoor ik dat er ruim 60 mensen in verschillende aanleununits wonen. Zelf draait Petra behalve de dagdiensten in de dagbesteding ook nachtdiensten voor het complex. Zo ziet ze niet alleen de cliënten van de dagbesteding, maar houdt ze – ondanks verschillende wisselingen van functie – toch contact met allemaal.
Peter observeert me van top tot teen. Dat mondkapje maakt het ingewikkeld in deze omgeving om contact te maken, maar zolang ik niet zit neem ik geen enkel risico. Hij stoot wat klanken uit en kijkt weer eens naar de binnentuin. Ondertussen geef ik complimenten dat ik het zo leuk vindt dat hij op de foto wil. Dat blijkt een magisch woord, foto. Ineens breekt de zon door op zijn gezicht.
Als Petra terugkeert zijn er nog wat zaken over te dragen. Dan maken we eerst tijd voor een goede foto. Petra betwijfelt of het gaat lukken, want ze hebben vandaag gedurende de dag al een paar pogingen gewaagd. ‘Maar Peter had zijn dag niet, het is ook geen ochtendmens, dat hielp ook niet mee’ verklaart ze nader.
Ze waagt nog een poging met Sinterklaasliedjes en haar gitaar op schoot. Peter lijkt afgehaakt. Tijd om even mee te helpen. Als ik op veilige afstand mijn mondkapje af doe en de liedjes van 40 jaar geleden inzet alsof het gisteren was keert het tij. De aandacht van Peter is gevangen en uit zijn kreten en handgebaren maak ik op dat hij de samenzang een feestje vindt. Intussen schiet ik de ene na de andere foto, daar zit ongetwijfeld een bruikbaar exemplaar bij voor het artikel.
De stagiair brengt Peter naar zijn woning op het terrein. Het volgende uur kan ik na deze niet alledaagse start in alle rust het interview afnemen. Petra was 16 jaar en zong in een koor, dat optrad in zorginstellingen. Ze werd geraakt door de blijdschap bij die optredens en voelde dat haar toekomst in de zorg zou liggen. Alleen moest ze nog wat geduld oefenen, voor de opleiding tot verpleegkundige was ze nog te jong. Ze deed een jaar Havo en meldde zich aan. ‘Het was nog in een tijd dat er driehonderd aanmeldingen waren voor 10 leerlingen-met-baangarantie. Toen ik geselecteerd werd heb ik de Havo eraan gegeven, ik wilde niet het risico nemen een jaar later uitgeloot te worden.’
Zeker 3 fusies heeft ze meegemaakt. Maar onder welke vlag Petra werkte, haar liefde voor de cliënten en haar vak bleven. ‘Ons werk is een heel afwisselende mix van activiteiten en zorg. Maar of het nu gaat om een klisma, zuurstof of injecteren, onze cliënten zijn niet hun ziekte. En ongeacht hun beperkingen zijn er zaken waardoor we echt kwaliteit aan hun leven (en dat van hun naasten) kunnen toevoegen. Door te observeren, warmte, aandacht en deskundigheid aan te bieden en kansen te benutten om onderbouwd een andere weg in te slaan. En dat kan hier.’ De leeftijd van de cliënten neemt toe en door haar lange loopbaan kent ze sommigen langer dan haar eigen kinderen. ‘Iemand van 70 heeft misschien het geestelijk niveau van een kind van 8, maar heeft qua levensfase dezelfde behoeften, zoals bijvoorbeeld meer rust, minder prikkels. Daar maken we echt werk van.’
Even na half 6 rijd ik op huis aan, nog vol indrukken. Het meest geraakt ben ik door de passie die hier – lang niet altijd onder de gemakkelijkste omstandigheden – 24/7 aan de dag gelegd wordt. Mensgericht, warm, met echte belangstelling voor cliënten, hun naasten en collega’s. Ongeacht wie er aan het roer staat en wat er ook gebeurt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!