397_Voorlezen
Als de redactie me voor de vierde keer in een jaar vraagt of ik een redactionele bijdrage over een fietsspecialist kan aanleveren schiet ik achter mijn bureau in de lach. Ze doen het erom lijkt het.
Degenen die mij al een poosje volgen weten dat ik twintig jaar op rij niet eens een fiets hád, zo’n hekel heb ik eraan. Hád ik eraan moet ik eerlijkheidshalve bekennen. Want anderhalf jaar geleden deed mijn moeder me een elektrisch ondersteunde fiets cadeau. En ja, dat heeft werkelijk in niets meer te maken met de nachtmerrie-met-terugtraprem-zonder-versnellingen van Heemskerk naar Beverwijk (altijd in de regen in mijn verbeelding).
Mijn eerste ritje samen met mijn Lief (op een analoge racefiets) is dan ook – in de zon – voor het tweede jaar op rij gelijk 45 kilometer naar mijn moeder. Toch blijf ik een fietsende automobilist. Ik zet van harte dat helmpje op, maar dan zetten we ook de turbo erop en gaan.
Voor het interview spreek ik af met Ary in Middelburg. Op de website zag ik al dat er een flink assortiment is, maar eenmaal ter plaatse ben ik toch nog echt verrast door het enorme aanbod en – sinds de pandemie – vooral ook door de beschikbare voorraden. De fiets- en wandelwereld heeft zeer drukke jaren achter de rug, maar ook echte leveringsproblemen en distributieregels te verduren gehad.
Achterin de zaak is een tussenwand geplaatst met daarachter een zitje om even rustig te praten. Het zitje is eigenhandig in stijl bewerkt, waar op de stoeltjes liggende delen zaten, zijn nu kleurrijke fietsbanden bevestigd. Ik vraag of hij de krant waar hij nu een artikel in laat plaatsen ook zelf leest. Dat lijkt een open deur, maar met grote regelmaat merk ik dat de nieuwsgierigheid pas gewekt wordt na de publicatie van het interview. Bij Ary is dat niet zozeer de reden, maar hij is dyslectisch. En zijn vrouw heeft door een oogziekte nauwelijks zicht. Toch heeft hij een flinke lees- en leerhonger en die wordt gestild met luisterboeken. Ary blijkt een relaxte, goedlachse midden-vijftiger. Hij neemt de tijd om met humor en zelfspot terug te blikken op een dikke 35 jaar in dit bedrijf.
“Ik ben begonnen in 1984, werd door de naamgever van de zaak bij gebrek aan beter aangenomen” grijnst hij. Op mijn opgetrokken wenkbrauwen vervolgt hij: “Hij wilde geen gereformeerde medewerker en ik zei’ ‘‘t is niet anders’. Tegenwoordig mag je dat niet zeggen maar toen kon dat nog”. Ik begrijp dat hij nog steeds belijdend lid van de kerk is.
Het wordt een vrolijk gesprek, dat alle kanten uit schiet. Want Ary is behalve enthousiast over zijn bedrijf ook een enthousiast vrijwilliger in het gevangenen-vrijwilligerswerk en kan daar aanstekelijk over verhalen. In zijn 16-koppige medewerkersteam zit een rijke variatie aan persoonlijkheden. Hij heeft zich echt verdiept in wat er nodig is en schuwt maatwerk-afspraken niet. Zo heeft een van de oudere werknemers geen behoefte aan alles wat op een cursus lijkt. “Toevallig ken ik ook een fietsspecialist in Gent en dan stel ik voor dat hij twee weken in Gent gaat werken en op mijn kosten in een hotel kan verblijven. Vanuit Gent loopt er dan een medewerker hier mee. Na twee weken komt hij fris en met een soort vakantiegevoel terug en zegt ‘We doen het hier goed, maar er zijn dingen die beter kunnen’. Onze tijd vliegt om. Na een onderhoudend gesprek van anderhalf uur blijkt het thuis nog een hele toer om het in het aangegeven aantal woordjes te persen. Ary heeft me gezegd dat hij het artikel aan een van zijn dochters laat lezen ter goedkeuring.
Achter de laptop stap ik denkbeeldig in zijn schoenen. Het moet toch niet fijn zijn om de tekst van een interview dat je zelf hebt gegeven eerst aan je dochter te moeten laten lezen… Ineens neem ik een besluit. Ik speel al veel langer met de gedachte om mijn blogs of andere teksten in te spreken. Veel verder dan een gedachte is het niet gekomen, maar ik heb vaker in het openbaar gesproken en dat werd ook weleens op band vastgelegd. Uiteindelijk gaat het nu niet om mij, maar om Ary als eerste de tekst te laten beoordelen.
In 3,5 minuut lees ik ruim 600 woorden voor. Die app ik hem, direct gevolgd door de mail met de uitgeschreven tekst.
De volgende ochtend antwoordt hij ‘We vinden het een prachtig verhaal, kan ik je er ‘twee minuten’ over bellen?”.
Ary is geroerd door deze aanpak en is oprecht blij met de tekst. “Weet je, er worden wel vaker stukjes geschreven en vaak denk ik dan ‘het is het net niet, ze zijn met mijn tekst aan de haal gegaan’. Dit is gewoon in een keer goed en nog fijn om naar te luisteren ook. Je zou echt boeken in kunnen spreken. Oh en nog iets. Je had een paar hele goede gedachten over de website. Ik loop daar al een tijd over na te denken, maar dit is een goed moment. Je moet er binnenkort even voor langskomen, lukt dat?”.
Natuurlijk lukt dat. Als ik neerleg betrap ik mezelf op een grijns van oor tot oor. Twintig fietsloze jaren, nou én!? Kom maar op met die website!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!