415_De Beer is los
Mijn.Lief.Leest.Een.Boek. Met een blik die het midden houdt tussen verbazing en ontroering typ ik deze vijf woorden. Nou én?! Wat is er zo bijzonder aan…?…denkt u vast.
In de 22 jaar die wij samen doorbrengen had ik de primeur. Mijn Lief heeft maar één oog waarmee hij voor de helft kan zien.
Wees gerust, dit blijft een vrolijke Parel. Hij weet al heel lang niet beter en lijkt het steeds meer te waarderen dat de buitenwereld wat minder hard en genadeloos zijn dagen binnenvalt. Als bijvangst heeft hij een absoluut gehoor en we grappen er nogal eens over dat hij met dat halve oog vaak meer ziet dan ik met twee gezonde ogen. ‘Oog voor detail’ noemt hij dat, om niet te verklappen dat zijn details anders zijn dan die van mij;-).
In ons eerste decennium lagen we een paar keer per jaar op het Poniente strand in Benidorm. Ons appartement keek erop uit en het klimaat deed hem fysiek ook goed. Ooit had hij het plan om er definitief te gaan wonen, maar daar kwam de liefde tussen. En die liefde – 11 jaar jonger – moest er niet aan denken. We hebben er niettemin genoten van zon, zee, salsa-avonden en live muziek. En op miraculeuze wijze was de wandeling langs de boulevard naar huis terug altijd een stuk korter. Het leven was onbezorgd en overzichtelijk. De fysieke malheur nam ook vakantie en ik kon me eindeloos verliezen in leesvoer. Wat tijdschriften, een paar dikke romans en ter afwisseling wat humor in korte verhalen om hem voor te lezen. ‘Luisterboek’ anno 2000. We lagen steevast tussen de Spanjaarden die ons vast heel komisch vonden, want ik ging er helemaal in op. Sprak er iemand in het boek op zware toon, dan zakte ik ook een octaaf. En vaak was het vrolijke gedeelte zo leuk dat ik eerst mijn schaterlach voorbij moest voordat ik hikkend de alinea kon voordragen.
Buiten de vakanties om las ik zelden. En mijn Lief al helemaal niet. In 2007 namen we afscheid van het appartement. We hadden een groot huis in de Flevopolder gekocht en begonnen het als een verplichting te voelen om het appartement te verhuren en er tussendoor alleen heen te gaan om weer een muurtje te witten of een reparatie te doen. Wat ook niet meehielp was dat onze kattenoppas in hetzelfde jaar overleed. Zij was de belangrijkste reden om zorgeloos een paar keer per jaar een week naar Spanje te gaan, wetend dat zij genoot van ons huis, haard en levende have.
Vanaf dat moment bleef het voorlezen beperkt tot de wekelijkse primeur van een verse Parel op de vroege zondagmorgen, nog voor verzending naar de leeskring.
Tot vorige maand. Voor de krant spreek ik een interview af bij restaurant De Beren, in Nederland een van de meest succesvolle restaurantketens. Grondlegger van het imperium is Ad Schaap, die naar eigen zeggen als jongste telg van een groot Rotterdams gezin ‘iets te bewijzen’ had. Zijn broer Peter is franchisenemer van de Goese vestiging. Bij het maken van de afspraak gebeurt er iets bijzonders. Het duurt maar liefst 35 minuten voordat de afspraak in de agenda’s komt. Mijn introductie dat ik tekstschrijver ben en als freelancer voor de krant werk is aanleiding voor Peter om me te wijzen op het boek dat Ronald Giphart – niet de eerste de beste – over De Berenfamilie en zijn broer Ad schreef. Op de dag van het interview word ik door Peter hartelijk ontvangen. Mét het boek. “Omdat we zo’n fijn gesprek hadden bij het maken van de afspraak”.
Thuis vertel ik in geuren en kleuren over mijn onverwachte trofee, lees de tekst op de achterflap voor aan mijn Lief, leg het boek op tafel en vertrek naar boven, aan het werk.
Twee uur later kom ik beneden. Het is stil in huis. Dat gebeurt vaker, maar dan is mijn Lief in zijn atelier of de deur uit. Ons kwartet poezen ligt diep verdwaald in hun middagdut. Aan tafel kijkt mijn Lief op, zijn blik op ‘betrapt’, gevolgd door een vage glimlach. Voor hem ligt ‘Beer’, het boek van Ronald Giphart. ‘Ik ben al op pagina 87, het leest als een trein’. Afgelopen week verjaarde mijn Lief. En voor het eerst in 22 jaar zijn er boeken en boekenbonnen. Wonderen bestaan.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!