424_Opruimvirus
Als ik negen keer achter elkaar ga niezen wordt het tijd om te stofzuigen. Of lees ik de krant. Het is een familiekwaal, dat niezen. We maken kabaal alsof we spontaan snotverkouden worden, maar tellen geruststellend tot 7 of 9 en dan weten we ‘dit waait weer over’. De trigger is meestal drukinkt van goedkope folders, maar sinds we een ja/nee sticker op de brievenbus hebben merk ik dat ook gewoon ‘stof’ soms de aanleiding is. Tja en met vier katten in huis ligt er ondanks mijn opgeruimde natuur weleens een pluk haar.
Maar vandaag nies ik achter mijn eigen bureau. Eerlijk is eerlijk, het opruimvirus is hier toegeslagen en dat duurt langer dan een middagje. Sinds vorig weekend pak ik regelmatig een paar uurtjes om mappen uit te mesten. Ergens rond de zomer staat tot mijn grote vreugde de transformatie van de bovenverdieping op de verbouwplanning. Twee piepkleine en onhandig ingedeelde kamertjes naast de slaapkamer worden tot één omgetoverd zodat wij aan de achterzijde van het huis kunnen slapen. De enige grote kamer wordt dan mijn kantoor, aan de koelste kant van het huis. Met uitzicht op de straat, de vroege zon en royaal plek voor mijn zit/sta-bureau. Ook de zes(!) centimeter verloop tussen de voor- en achterkant van ons huis wordt dan voorgoed verleden tijd. Ik verheug me erop. Maar behalve de voorpret zullen we ook een poosje in de rommel zitten. En hoe minder rommel, hoe beter. Klein behuisd zijn maakt dat je voortdurend opruimt, anders slibt de boel dicht. Dat punt nadert, al was het alleen al door mijn verzameling hobby’s die nogal wat plek innemen.
Dus ik gebruik de tijd om schoon schip te maken. In januari stond op mijn scheurkalender ‘Het is tijd om tijd te maken’. In februari stond er ‘Heb ik eindelijk tijd om de boel op te ruimen, wat denk je?….geen zin’. Whahaha….en of dat klopte. Maar met de maand maart valt niet te spotten. Er hangt voorjaar in de lucht en ik ga ervoor. De papierversnipperaar heb ik jaren geleden al aan de wilgen gehangen dus het wordt spierballenwerk. Schéuren, met overgave ook. En verdelen over drie papieren tassen, die niet gelijktijdig weggebracht worden. Onwillekeurig dwalen mijn herinneringen af naar een leidinggevende bij de vuilnisdienst die na zijn verhuizing te slordig was. Zijn voor de medewerkers interessante post wapperde vrolijk door de nieuwbouwwijk. Geen beter vermaak dan leedvermaak maar die les is me goed bijgebleven. Ik krijg de smaak te pakken. Wat een bende papier heb ik verzameld in 10 jaar schrijven. Schrijven om een baan te bemachtigen, schrijven voor anderen, schrijven om nieuwe opdrachtgevers te werven, een half boek voor als ik écht tijd wil maken voor maar één hobby, lief- en leedbrieven, stille gedachten, Parels, plannen….
Af en toe dreint een vervelend stemmetje in mijn hoofd ‘Enne….voor wie moet je dit eigenlijk bewaren?’ en als ik eerlijk ben heb ik daar geen antwoord op. Zo nu en dan kom ik iets tegen waarvan ik heus wel weet dat het voltooid verleden tijd is maar dat toch niet weg mag. Als dat me gebeurt is het tijd om voor die dag te stoppen. Dan is mijn opruimvirus afgehaakt. Ik nies eens lekker 9 keer, kijk naar de drie volle papieren tassen, trek de deur achter me dicht en vertel onder de koffie welke schat ik nu weer opgegraven heb.
EERZS
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!