260_Niet op een rijtje
Ontdekt. Een heuse gemeente-app. Om bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte digitaal melding te kunnen maken van een losse stoeptegel, een gevaarlijke situatie, ongerechtigheden in het openbare groen, zwerfafval. Als je wilt dat je op de hoogte wordt gehouden over de afhandeling van je melding, dan is je e-mailadres voldoende.
Onze wijk heeft een carré-vorm. Aan de overkant van de straat loopt een dreef, maar die wordt aan het zicht onttrokken door een talud met veel struiken en bomen. En daarvoor een strook gras. Het ophalen van huisvuil is in zo’n carré-wijk bepaald geen sinecure voor de chauffeurs. De meerderheid van de bewoners heeft meer dan één auto en die wordt per definitie niet geparkeerd in de garage. En de opstelplaats van de containers is te dicht op de bocht gesitueerd, waardoor de vuilniswagen óf bij het beladen van de containers óf bij het maken van de bocht in de problemen komt. Tot zover de situatieschets.
Begin mei wordt er op een onbewaakt ogenblik een meter of 10 van de grasstrook afgegraven aan de overkant van ons huis. Het is echt een flinke kuil. Overdag is het goed te zien, maar aan die kant van de straat worden ook honden uitgelaten en in het schemerdonker zal dat zo geen pretje zijn. Als de kuil er nog onaangeroerd bij ligt na het Pinksterweekend besluit ik een app te sturen met de vraag wat hier de bedoeling van is. En het verzoek om de bewoners te informeren in plaats van te confronteren. Ik stuur een foto mee van de situatie.
Ondanks het ingevulde mailadres om de melding te kunnen volgen blijft het stil. Nou ja, stil is niet helemaal het goede woord. Er verschijnt binnen enkele uren een wagen van Openbare Ruimte met een lading zand. Te weinig zand. En dus keert de wagen twee dagen later terug met de rest. En weer een dag later wordt het zand met een trilmachine bewerkt. Het is dan vuilnis-ophaaldag en één van de vuilnismannen loopt voor de wagen uit om te inspecteren hoe de containers er nu bijstaan. Dat valt tegen. De situatie is nog ongewijzigd. Naast de oude opstelplaats zijn de contouren van de nieuwe bedoeling zichtbaar, maar daar is alles mee gezegd. Mijn Lief staat net een praatje te maken met de buurman van de hoek. De grap ligt voor het oprapen. ‘Dát schiet lekker op!’.
De hele volgende week verandert er niets. Af en toe rijdt er iemand langs, werpt een geleerde blik en vertrekt onverrichter zake. Mijn Lief begint het te turven. Zés keer zijn er mensen van de buitendienst van de gemeente geweest. En nóg liggen er geen stoeptegels op het zand.
In deze derde week dat de vuilnisdienst dezelfde situatie gaat aantreffen stuur ik opnieuw een app. ‘Goedemorgen. Mijn melding is ongewijzigd ten opzichte van enkele weken geleden. De opstelplaats tegenover ons huisnummer is nu voorzien van zand. Dat werd gebracht na mijn eerste melding. Blijkbaar werkt de app. Maar degene die de communicatie moet verzorgen naar het e-mailadres dat de melding graag wil volgen geeft geen sjoege. En de stoeptegels zijn blijkbaar met vakantie. De bewoners zijn op geen enkele manier geïnformeerd. De enige die er veel lol beleeft aan het zand is onze buurkater. Die rolt er dagelijks uitbundig in’.
Amper anderhalf uur later verschijnt voor de zevende keer de gele auto van Openbare Ruimte in de straat. Het is een pick-up met een dekzeiltje, dat geeft moed. Omdat ik als ‘plaats delict’ ook het huisnummer van mijn buren heb meegenomen wordt daar eerst aangebeld. Al gauw laat mijn Lief weten dat wij de mail verstuurd hebben. Net als een paar weken geleden staat Buurman er intussen ook weer bij.
Het gesprek op straat is door het keukenraam heen te volgen. ‘Nee, de tegels worden nog niet gelegd, de aannemer heeft geen tijd’. De man van Openbare Ruimte had omroeper kunnen worden.
Ondanks dat mijn Lief nog geen kwart van zijn volume heeft, lukt het om door te dringen met de vraag ‘Wanneer dan wel’?.
‘Als het meezit nog net voor de bouwvak’. Het gaat nu echt op de Muppetshow lijken.
‘En wanneer ís het bouwvak?’
‘Augustus’.
‘AU-GUS-TUS???’ Lief en Buurman kunnen er gewoon niet over uit.
‘En wat kom je nu dan doen?’
‘Kijken. Mijn baas kreeg een bericht binnen en vroeg om hier even langs te gaan’.
Het tafereel speelt zich af bij onze voortuin, waar het bord TekstAtelier Eerzs nogal prominent geplaatst is. Als Lief zegt dat dat bericht door mij is gestuurd, gooit Buurman er nog een schepje bovenop. ‘Zijn vrouw is fotograaf!’ Overdrijven is ook een vak.
Op de huisvuil ophaaldag deze week cirkelt er om 09.00 uur een heli boven de wijk. Het geluid sterft steeds weg en keert weer terug. Onafgebroken, twee uur lang, in schijnbaar eindeloze herhalingen. Recent is er een proefvlucht met een Boeing boven Lelystad uitgevoerd. Zelf hebben wij daar geen geluidshinder van ondervonden. Maar dit is echt andere koek. Ik probeer uit te vinden wat er aan de hand is. Pas royaal na elven legt de gemeente op Facebook (!) uit dat we ‘Geen paniek’ moeten hebben. Er is een politieoefening gaande, de heli maakt zijn rondes’.
Had ik toch – heel even maar – het idee dat de opzichter van Openbare Ruimte op zoek was naar zijn omroeper.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!