321_Stemmingswisselingen
Het is nog best een uitdaging, dat thuiswerken. Kijk, ik koos er vijf jaar geleden ook niet zelf voor. Ja, een weekend-dag per week vermaakte ik me in mijn domein met schrijven.
Maar – onvoorbereid – volledig thuiswerken vereist een andere discipline. Een ander bureau. Een andere stoel. Een ergonomische muis, toetsenbord, laptopstandaard. Oordopjes om handsfree te kunnen telefoneren. Vaardigheid met een digitaal kladblok om tijdens een telefoongesprek met dopjes in de oren ook aantekeningen te kunnen maken. Een computerbril omdat er veel langer achter een beeldscherm wordt gezeten. Voldoende opslagcapaciteit met een externe schijf om de laptop niet dicht te laten slibben en privé en werk strikt gescheiden te houden. Up to date kennis van de privacywetgeving.
En dan heb ik het nog niet over mensen die niet gewend zijn hun dagelijkse bezigheden digitaal en op afstand uit te voeren. Zij hebben er nog een uitdaging extra bij. Iedereen doet zijn stinkende best niet te klagen en begripvol te blijven. Maar hier en daar ontstaan wat haarscheurtjes in de empathische mores. Ook bij mij.
Normaliter heb ik weinig hinder van stemmingswisselingen. Ik durf wel te zeggen dat ik gelijkmatig vrolijk en positief ben. Toch schieten er de laatste weken verschillende varianten op mijn grondhouding tussen de mazen van de coronawetten door. Voor de buitenwereld lang niet altijd waarneembaar, maar mijn ‘flow’ kan per dag een paar keer van kleur verschieten.
Meestal ben ik dankbaar. Voor alle dingen waar iedereen nu dagelijks bij stilstaat. Dan zit ik blij als een bloemetje in de tuin waar de zon op schijnt, knuffel mijn katten, hang een frisse was op en heb vrede met mijn leven.Totdat ik een boek wil lezen en me niet kan concentreren, omdat onzekerheid over allerlei zaken mijn gedachten binnen sluipt. Die vervelende mood verdrijf ik bij voorkeur met het bedenken van creatieve oplossingen voor van alles en nog wat. Om daarna weer af te wisselen met een diepe zucht als bepaalde dingen verre van vlekkeloos verlopen. Deze week zat alles erin.
Zo kreeg ik op eerste Paasdag een afwijzing op een sollicitatie. Gezellig begin van het ontbijt. Dinsdag na Pasen bel ik met de gemeente waar ik een huwelijk wil voltrekken en vraag naar de voorwaarden. De thuiswerkende ambtenaar noteert alles en zegt me toe dat ik zal worden teruggebeld. Drie dagen later is dat nog niet gebeurd en bel ik opnieuw. Ik krijg een tweede keukentafelgesprek. ‘Vreemd, in het systeem staat dat uw vraag is afgehandeld. Er is een mail aan u gestuurd’. Even doorvragen leert dat mijn naam in het mailadres onvolledig en verkeerd gespeld is, waardoor de mail mij niet heeft bereikt. En blijkbaar is er achter geen enkele keukentafel een foutmelding ontdekt over een niet verzonden mail.
Woensdag krijg ik een mail van het kunstenaarscollectief in deze provincie. Tien dagen na aanvang van de lockdown heb ik ze een mail gestuurd maar ik kreeg geen antwoord. Mijn reminder levert nu op dat zij melden per omgaande een mail te hebben gestuurd die – het wordt saai – mij om onduidelijke redenen niet heeft bereikt. De tekst die me nu alsnog bereikt stemt me weinig vrolijk.
Die dag heb ik echter iets anders aan mijn hoofd, want we gedenken deze week de eerste sterfdag van mijn vader. Vorig jaar viel die in een idiote combinatie samen met mijn eerste werkdag bij een botenverhuurder en de verjaardag van mijn jongste broer. Dat laatste is een blijvertje.
Het vereist wat creativiteit, dat gedenken van mijn vader en vieren van de verjaardag van mijn broer in coronatijd. Maar het lukt om er een gedenkwaardige middag van te maken. Eerst bij mijn moeder en aan het eind van de middag tref ik mijn broer. Hij is deze middag op de begraafplaats een dorp verderop voor het onderhoud van alle graven van zijn schoonfamilie. Toegerust met een fles wijn en een paar glazen uit de kast van mijn moeder rijd ik eind van de middag via die begraafplaats naar huis. Mijn broer en ik praten samen een uurtje op de bank tussen de graven bij en drinken een glas. De dag erna stapt mijn Lief op de racefiets voor een memorabel toertje van maar liefst 100 kilometer langs zowel mijn broer als mijn moeder. Behalve ludiek ook waardevol en bijzonder, dat had ik vorig jaar niet kunnen bedenken.
Uiteindelijk wordt het vrijdag en maken we samen de balans op van een wonderlijke week. Het valt me op dat het haar van Lief lang is geworden. Het gaat te lang duren, de verplichte sluiting van de kapsalons. Onder zijn fietshelm zit dat haar hem natuurlijk in de weg. Maar hij heeft – behalve een mooie kop met haar – ook een fobie voor de tondeuse, dus ik moet dat anders aanvliegen. Mijn argument is even simpel als doeltreffend: ‘Nú zit het model er nog in Lief en probeer ik die lijn te volgen met de schaar. Als je nog langer wacht durf ik er ook niet meer aan te beginnen en loop je met een staartje’. Dat geeft de doorslag. Alles beter dan een staartje of de tondeuse. Een uur later heeft hij alle moed verzameld en mag ik de (linkshandige) schaar erin zetten. Het pakt goed uit. Ik zet een paar foto’s op de digitale media en het regent complimentjes. Dat helpt.
Vijf weken zijn we nu onderweg. En het is niet ondenkbaar dat we nog niet eens op de helft zijn. Er worden dagelijks wonderen verricht, maar een geoliede machine zijn we nog niet met elkaar. Ik weet zeker dat er meer mensen hinder hebben van die stemmingswisselingen. De ene dag zijn we nou eenmaal beter opgewassen tegen deze mondiale beproeving dan de andere. Maar mijn optimisme wint. Altijd. Dus zit ik op deze bewolkte en wat druilerige weekend-dag blij als een bloemetje in de zon te mijmeren over alles wat nog maar 5 weken geleden ‘normaal’ was. Houd vol en blijf gezond!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!