325_Hoogmoed komt voor de val
In de weekendkrant staat jouw column met de titel ‘Boa’. Ik lees ‘m met een mengeling van ongeloof en afgrijzen. Het wordt tijd voor een ‘Briefje van Jan’ Özcan Akyol!
Even updaten: sinds 2014 schrijft Jan Dijkgraaf dagelijks twee columns. In de ochtenduren getiteld ‘Briefje van Jan’ (het meest recente briefje is https://tpo.nl/2020/05/23/briefje-van-jan-aan-hans-nijenhuis-2/), meestal gericht aan een bekende Nederlander. En later op de dag de column 99 woorden(www.99woorden.nl), waarin hij een kritische overdenking in 99 woorden weet te verpakken. Jan Dijkgraaf verstaat de kunst om mensen genadeloos en verbaal vlijmscherp over de knie te leggen.
Op 27 maart jl. – elf dagen nadat ons land op slot ging – was de laatste uitzending van DWDD op televisie. Jij Özcan (voor veel mensen ‘Eus’) was vele keren een meer dan gewaardeerde gast en werd door Matthijs in de spots gezet. Op de site van bnn/vara lees ik dat je journalistiek en Nederlands hebt gestudeerd en je ontwikkelde van straatschoffie tot ware literaire belofte. Het is misschien raar, maar in het kielzog van tv persoonlijkheid en anchorman Matthijs werd je ‘beter’, kwam het mooiste wat je te bieden had tot wasdom. Ik vergat zelfs dat ik in het begin zo had moeten wennen aan je, omdat ik lang niet altijd vond dat wat je zei in overeenstemming was met je uitstraling. Maar je kreeg het voordeel van de twijfel.
Met plezier volgde ik je programma ‘De geknipte gast’, waar je vriend en vijand verraste met een aantrekkelijke mix van goed journalistiek huiswerk, een fijne gast in je salon en kappersvaardigheden waar we tegenwoordig allemaal jaloers op kunnen worden.
Met deze context als voorgerecht hoop ik dat de komma in de voorgaande alinea’s nu ook bij jou ongemakkelijk voelt. Half april schreef je een column in de Varagids waarin je totaal verzuurd en ongefundeerd uithaalde naar wie het maar las. Je was het beu om je altijd te moeten verdedigen en woest dat je nu als een van de eerste slachtoffers van de pandemie brodeloos dreigde te worden. Ik slikte mijn opwelling om een ingezonden brief naar de Vara te sturen in. Je was misschien door allerlei zaken van je stuk gebracht. Komt in het leven van de beste schrijvers voor. Toch bleef het een beetje dreinen in mijn hoofd. Telkens als ik je column las opnieuw. Je toon werd scherper, je leek per week meer hele moeilijke, onalledaagse woorden – weliswaar goed gebruikt, maar toch – te gebruiken. In plaats van een pittig steentje in mijn vijver voelde ik me als lezer in de klas gezet.
Dit weekend zak je definitief door het ijs, als je jouw journalistieke mening over het oplossen van de agressie jegens boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) ventileert. Ze vragen na teveel ernstige incidenten om toestemming om zich weer te verdedigen met de uitrusting die hen tot 2018 ter beschikking was gesteld. Je spreekt over deze mensen op een manier waar ik misselijk van word. Noemt ze ‘jongens en meisjes die minimaal geschoold zijn, niet getraind om adequaat op te treden en bovenal communicatief ondermaats’. En zegt dan dat er helaas teveel mensen zijn die moeite hebben met de autoriteit van de overheid, maar ‘dat gaat niet verbeteren als we veredelde amateurs permissie geven om een bus pepperspray leeg te spuiten in het gezicht van een dronken tiener’.
Hoeveel jaar geleden is het Eus, dat jij zélf die dronken tiener was? Als geen ander wéét jij hoe lang de weg is om een milieu waarin je opgroeit achter je te laten. Het straatschoffie is nog springlevend blijkbaar. Ik maak me zorgen. Waar komt die hoogmoed vandaan? Het komt me voor of alles wat in jouw leven lukt, stuk móet. Je leeft op voet van oorlog met je eigen – zo bevochten en lange weg naar – erkenning en succes.
We leven in een vrij land Eus, dus van mij mag je. Ik kan er gewoon voor kiezen om je te negeren. En ik kan mijn gedachten al 324 Parels lang goed verwoorden en delen met mijn eigen, bescheiden, gewaardeerde lezerskring. Onbezoldigd. Gewoon als cadeautje bij het zondagse ontbijt.
Hoe anders is dat bij jou. Jij bent de literaire belofte en wordt betaald om journalistieke columns te schrijven die een groot publiek bereiken. En blijkbaar is er niemand – echt niemand – die ons tegen jou in bescherming neemt.
Ik zei het al, het wordt tijd voor een ‘briefje van Jan’. En een preek van Matthijs.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!