334_Uit en Thuis
Er is hier altijd wind.
En zilte lucht.
En wat er ook gebeurt in de wereld
de zee blijft het strand kussen…
Vroeger, toen ons leven nog vakanties in het buitenland telde, schreef ik ontspannen zoiets op de ansichtkaart naar schoonmoeder zaliger. Ze wist van mijn liefde voor tekst en taal en riep dan ook steevast ‘Dit is geen schrijven, dit is lectúúr!’.
De ansichtkaarten en de brief voor het thuisfront schreef ik nooit de eerste week, want over het algemeen had ik me een slag in de rondte gewerkt voordat ik weg kon en zaten mijn schouders nog ter hoogte van mijn oren. ‘Afkicken’ noemden we die eerste verlofdagen. Feitelijk bracht de middelste week zomervakantie het meest ultieme vrijheidsgevoel. We waren gewend aan het vakantieritme, een verplichting-loze agenda, een ‘vakantiehuishouden’ en het gedrentel van de dag.
Dertien jaar geleden ging het roer om, we kochten een heerlijk huis in de Flevopolder en verkochten het appartement in Benidorm. Net op tijd – bleek later – want de markt stortte volledig in. Met nog steeds een drukke baan en duizend kilometer woon-werkverkeer per week was het al heerlijk om gewoon een paar weken van dat fijne huis en de levende have (koi en katten) te kunnen genieten. En ook dan bleek het te werken om een thuisvakantie te vieren en te ontspannen. Alleen de post aan schoonmoeder zaliger werd niet verstuurd.
Vijf jaar geleden was dat heerlijke huis in de Flevopolder nog steeds van ons. Alleen de drukke baan en de duizend kilometer woon-werkverkeer was onvrijwillig geskipt in mijn agenda. Wel nam ik tijdens de ww-periode drie weken ‘sollicitatieplicht-verlof’, maar de beleving van ‘vakantie’ was voorgoed verdampt. De woorden ‘werk’ en ‘vakantie’ hebben nou eenmaal voor mij een niet te wissen samenhang. Ik kan me in die vijf jaar slechts een midweek Maastricht herinneren, waarin we de zorg voor onze koi en katten aan Vriendin hebben uitbesteed. Dat klinkt soepeler dan het was, want zij liet op haar beurt haar ouders voor haar eigen kat zorgen. Het werd onze laatste ‘vakantie’. Het voelde gewoon niet meer zo. Bij gebrek aan een werkritme konden we immers vrijwel alle weken indelen zoals we wilden. We misten onze dieren. En ik miste – zelfs – mijn nieuwe rituelen…werk zoeken, cursussen ontwikkelen met mijn compagnon, netwerken…
Vorig jaar zomer was dat heerlijke huis in de Flevopolder langzaam maar trefzeker een molensteen geworden. Creatief gezien hadden we alle registers maximaal open getrokken, maar de financiële rek zou er binnen een jaar echt uit zijn. En als zzp-er kun je nergens terecht om je voor 30 jaar afgesloten hypotheekrente te verlagen.
We verkochten ons heerlijke huis in de Flevopolder en verhuisden eind oktober naar het lieflijke huisje in Zeeland dat al in het eerste kwartier bezit van ons hart had genomen. N.B. Er zijn vriendinnen van me die het karaktermoord vinden dat ik het maar een huisje blijf noemen. Maar omdat zij drie keer zoveel ruimte tot hun beschikking hebben blijf ik tekst-vast;-). We wonen hemelsbreed 5 kilometer van het strand.
De eerste maanden hadden we het drukker dan de laatste vijf jaar. Er viel van alles te regelen, te veroveren en te ontdekken. En het acclimatiseren en inburgeren verliep bij mij in een ander tempo dan bij mijn Lief. Begrijpelijk, want hij liet in de oude omgeving meer achter dan ik. Dáár was ik jarenlang vooral de forens geweest, die heerlijk op afstand van het werk ontspanning thuis vond. Mijn Lief wás al thuis. Maar half februari pakte hij zijn racefiets voor de eerste kilometers op Walcheren…dat werd het keerpunt.
Negen maanden wonen we hier nu. En we zijn – ieder van ons in eigen tempo – geslaagd voor onze inburgering. We kennen onze buren in de straat, weten de weg in het dorp en zijn gewend aan ons nieuwe leven. Natuurlijk heeft de gezondheidscrisis ons ook hier weer voor nieuwe uitdagingen gesteld. Maar de stress van de afgelopen jaren is – eindelijk – weg.
Vanavond pakten we na het avondeten de fiets. Dat klinkt in de meeste oren volstrekt normaal, maar wie mij kent weet dat zich in ons huis blijkbaar een wonder heeft voltrokken….Ik heb namelijk in geen 20 jaar gefietst. Maar mijn stoere E-bike is allesbehalve een ‘fiets’ in de betekenis waar ik zo’n afkeer van heb. Mijn moeder heeft dat slim bedacht. Zij was het, die mij door dit prachtige cadeau weer een nieuwe weg liet inslaan. En mijn moeder had nóg iets bedacht, ingeval ik dit cadeau te groot vond om te aanvaarden. Ze wist dat mijn Lief acht jaar geleden een racefiets van zíjn moeder heeft gekregen. Als eerbetoon aan haar noemen we die fiets Dora. ‘Han een fiets cadeau, jij nu ook een fiets cadeau. Kunnen jullie straks lekker samen fietsen, hij op Dora en jij op Lies!’.
Dora en Lies hebben ons vanavond op de boulevard in Vlissingen gebracht voor een heerlijke ijskoffie. Zo, in de avondzon op een relaxed terras, met een reggaemuziekje, vallen alle zware nieuwsberichten in de afgelopen week van ons af. Ik voel mijn schouders zakken. Vroeger lukte dat pas in de tweede week van mijn vakantie.
Hier heb ik aan 5 kilometer genoeg.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!