Parel 380 – Bestemming Zeeland – 2
Zes maanden geleden blokten we het weekend van 4 en 5 september voor een feestelijk weekend in Oost-Souburg. Mijn vriendinnen uit Delft, Rotterdam, Hilversum, Delden en Arcen arriveren in 3 auto’s uit alle windstreken om mijn kroonjaar eens even flink in te luiden. Ze hebben dat onderling geregeld in de voorliggende maanden. Best bijzonder, want ze zijn geen vriendinnen van elkáár. Hilversum nam de regie en maakte een heuse appgroep ‘Vriendinnen van Erica’ aan. Daar had ik lang geen weet van, totdat ik met Rotterdam belde en ze zich – nog niet zo lang in het bezit van een smartphone – liet ontvallen dat ze zichzelf niet meer ‘zag’ in de groep. Niet te beroerd om doorgeefluik te spelen gaf ik het euvel door aan Hilversum en werd het verholpen.
Er ontwikkelde zich een ware prietpraatbox tussen de dames. Hilversum had zich bij het aanmaken van de appgroep wel gelijk ingedekt door te melden dat ze ‘alleen appt als er wat te melden valt’. Niet zo vreemd, want ze is de enige die nog fulltime werkt. De laatste weken werd mijn nieuwsgierigheid wat extra geprikkeld door allerlei cryptische berichten van de vriendinnen. ‘Denk nou niet dat je de enige creatieveling bent’, ‘en berg je maar, alles maal 5!’.
De 6 kamers grenzen allemaal aan de sfeervolle binnentuin van de B&B. De druivenranken sieren de overkapping langs de kamers. Voor mijn kamer hebben we de tuinstoelen gegroepeerd en een paar tafeltjes voorzien van een kleedje, welkomstdrankje en wat lekkers. Iedereen heeft een paar uur reistijd gehad en het prachtige weer nodigt uit om de eerste paar uur eens gezellig bij te praten.
Zaterdagmiddag om 14.00 uur druppelt de een na de ander binnen. Behalve een weekendtas of koffer hebben ze hun handen nog vol aan geheimzinnigheid. Nog voor we elkaar – hoera, allemaal gezond en gevaccineerd! – hartelijk omhelzen is er al de nodige geheimtaal uitgewisseld. Hier en daar ontsnapt een zucht dat het nog echt een hels karwei was om mij buitenspel te zetten bij de voorbereidingen. De toon is gezet.
Bij de aftrap met een welkomstdrankje overhandig ik alle vriendinnen hun persoonlijke gastendoekje, dat ik in de avonduren van de voorliggende maanden heb geborduurd. Ik heb ze voorzien van een persoonlijke kaart, waar de kern van onze vriendschap en alle jaren die we al gedeeld hebben in verwerkt is. De eerste tranen biggelen over de wangen. Dan is het tijd om het geheimzinnigste deel van de uitnodiging te onthullen. ‘DvW in Vogelvlucht’ staat garant voor een half uur vliegen boven Walcheren, waarbij we de kunstroute ‘Dijken van Wijven’(Parel 379) zullen betrekken. Dat is echt een enorme verrassing. De tranen maken plaats voor gejubel en gelach.
We hebben nog ruim anderhalf uur voordat we op pad gaan voor dat programmaonderdeel. Behalve wat geheimtaal heb ik dan nog geen idee wat me boven het hoofd hangt. Hilversum bijt het spits af; zij heeft alle meiden gevraagd om in hun memorie te duiken en iets te verzinnen, knutselen of te beschrijven, dat refereert aan hun eerste ontmoeting met mij. Het is dat mijn Lief er deze eerste uurtjes bij zit, maar anders zou je denken dat we hier een vrijgezellenfeest vieren….Van haar krijg ik een groot decoratief hart met een toepasselijke tekst. Onze hartenverzameling hangt langs haar trap in Hilversum en telt intussen een krappe 300 verschillende exemplaren. In al die jaren waren er slechts 3 ‘dubbele’ en die hangen bij mij. Ze geeft me ook een ‘opdracht’. Over 5 jaar moet het grote boek dat ze me overhandigd per pagina een verhaaltje over ons kattengezin vertellen, geschikt om voor te lezen aan jonge kinderen. Waarvan akte.
In één van de kamers liggen de resultaten van de anderen op het bed. De opdracht is dat ik telkens een cadeau ophaal, uitpak en raad aan welke vriendschap het behoort. Ik pak als eerste het niet ingepakte paarse stoffer en blik. Was het nog de bedoeling dat ik zou raden van wie dat kwam, dat plan gaat roemloos ten onder omdat Arcen direct roept ‘Dat hoort ergens anders bij!!’. We gieren het uit. Ik keer om en pluk de vuilniszak van het bed af. ‘Het kan niet anders of dit komt ook uit Arcen’ schater ik. Deze vriendin heeft veel in de handel gezeten en verstuurde van alles via de post. Moeilijk in te pakken zaken werden in dozen, zakken of wat zich er maar voor leende verzonden.
Uit de vuilniszak komt inderdaad een moeilijk in te pakken herinnering aan het begin van onze vriendschap: een parapluhoed. Aan de punten heeft ze allerlei miniaturen gehangen die refereren aan onze kennismaking tijdens een sollicitatiegesprek. Ik had aangegeven zonder werk te zijn, maar me geenszins te vervelen en somde op waarom ik ondanks dat heel graag wilde werken. Het was zóveel en zó divers dat ze dacht ‘Jaja….’. En de directeur die bij het gesprek zat – meer grijze muis heb ik nooit ontmoet – kon ze na afloop ‘opvegen’.
Het volgende cadeau is een rieten mandje met miniaturen van keukengerei, een toiletpot en wastafelmeubel. Samen met de zonnebloemenkaart kan dit alleen maar uit Rotterdam komen. ‘Dieptereiniging sanitair!’ jubel ik. De anderen kijken me verwonderd aan. Wat volgt is een prachtige speech van mijn vriendin, die zich onze kennismaking in 1993 als de dag van gisteren herinnerd. En weer tranen.
Daarna pak ik de grote doos, in oranje papier verpakt met een hardblauw accent aan het lint. Als het deksel eraf is komt de chocoladegeur me tegemoet. Dit is een eetbaar cadeau. In de doos ligt een rechterhand van chocolade. Met daarnaast een blauw hart van fondant. ‘Ik ken die hand’ zeg ik (als een ware Sherlock Holmes), terwijl ik mijn Delftse vriendin aankijk. ‘In 1987 was ik vijf jaar lang de rechterhand van de man die hier model voor stond’. In dit cadeau zit mijn geschiedenis met allebei.
Het laatste poezentasje is gevuld met drie pakjes, in volgorde genummerd. In het eerste zitten stukjes albast. In 2001 leerden mijn Lief en ik vriendin uit Delden kennen in Frankrijk. Daar stonden we een week lang te hakken in een stuk mergelsteen om ‘het beeld te bevrijden’. De vriendschap breidde zich na thuiskomst uit omdat we ook met haar Lief dezelfde klik hadden. Het bronzen poesje in pakje 3 is prachtig en verbeeldt behalve het ontstaan van onze vriendschap ook de gedeelde liefde voor katten.
Vijf vriendinnen, vijf vriendschappen die allen eigen, onvergelijkbaar, onderscheidend en dierbaar zijn. Het zijn mijn persoonlijke Dijken van Wijven.
Op deze middag delen zij allemaal hun deel van de vriendschap met mij. En vul ik het aan vanuit mijn perspectief. Er wordt veel gelachen en af en toe een traan weggepinkt. ‘Ouder en sneller in tranen’, zegt Rotterdam. Maar zo is het niet…
Wat wij hier meemaken is bijzonder. Na anderhalf jaar pandemie laven we ons stuk voor stuk aan de warmte, gezelligheid en prachtige verhalen. Er zit deze middag 105 jaren vriendschap met mij in een sfeervolle binnentuin in Oost-Souburg. Ik kan mijn geluk niet op.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!