335_Vakantiewerk
‘De ruimte bruist van zinnen die meer uitgesproken
dan beluisterd worden…’
Het is zo’n regel waarvan je als schrijver wenst dat je die zelf bedenkt. Vanavond lees – en herlees – ik ‘m op ongeveer een derde van het 550 pagina’s tellende boek waar ik eindelijk door ben gegrepen. Het is dat ik een missie heb met dit boek, anders was het waarschijnlijk al eerder op de stapel voor de kringloopwinkel beland.
We gaan zelf niet met vakantie, maar hebben toch in onze dagen – deels door het tropische weer – wel wat vakantiesfeer te pakken. De buren met wie we de krant delen zijn 2,5 week weg. De tekeningetjes die Lief maakt (zie Parel 332 https://eerzs.nl/332_kunst-in-de-brievenbus/) worden dagelijks per app gedeeld en de rouwadvertenties wordt bewaard om bij thuiskomst te kunnen inlezen.En de zeven weken durende weekend-special over Zoutelande gaat naar een vriendin die daar haar vroegste vakantieherinnering heeft liggen.
Maar het lezen van dat boek is feitelijk een verrassing. Sinds enkele maanden heb ik een wandelmaatje gevonden in de 21-jarige dochter van mijn buren. We lopen een paar keer per week – bij voorkeur in de vroege avond – tenminste een uur. Recent kwam het gesprek op een film die zij betitelde als tot nu toe ‘de ‘beste en mooiste’. Ze had zichzelf na de film ook getrakteerd op – de oorspronkelijk Engelse versie van – het boek. Maar dat viel niet mee. De schrijver beschrijft vijf verhaallijnen en laat die halverwege abrupt eindigen. Ze spelen zich af in steeds in een andere tijd. Het slotakkoord is het zesde hoofdstuk dat zich in de verre toekomst afspeelt; daarin komen alle eerdere verhalen samen. Natuurlijk is het niet erg als je soms een Engels woord mist, zolang je de context van de zin nog uit de tekst kunt halen. Maar het woordgebruik was dermate ingewikkeld, dat ze het boek opzij legde.
Thuisgekomen bedacht ik dat het boek toch ook in het Nederlands te koop moet zijn. En ja hoor. Het plan was geboren. Mijn buurmeisje ging tweeënhalve week met vakantie en in die tijd zou ik de NL-versie kunnen uitlezen. Na haar vakantie kan ik er dan over meepraten en krijgt zij alsnog de Nederlandse boekversie van haar favoriete film cadeau.
En het komt best goed uit in deze tijd. De tropische temperaturen hebben mijn dag- en nachtritme toch volledig om zeep geholpen. Overdag verkies ik – vrijwillig en zonder verdere aanleiding – de quarantaine van mijn eigen huis. De meest noodzakelijke karweitjes en klussen handel ik af in de vroege uren. De tropische dagen werken verlammend op mijn anders zo ondernemende geest. ’s Middags komt er vrijwel niets meer uit mijn handen. Ik bel eens met vriendinnen, speel wat potjes Wordfeud en maak tussendoor schaatsbewegingen in het laagje koude water waarmee ik dagelijks het bad vul. Feitelijk is het bijna nergens weer voor, behalve voor het lezen van een boek.
En dat is lang geleden voor me, ik schreef meer letters dan ik las in de afgelopen jaren. De eerste vijftig pagina’s van het boek spelen zich af in 1851. En dat is te merken aan het woordgebruik. Ik verbeeld me over een behoorlijke woordenschat te beschikken, maar er zitten flinke hersenkrakers bij. En ronduit storend vind ik dat het ‘en-woord’ als een &-teken geschreven wordt, soms bijna 30 keer op een pagina. Het leidt me enorm af van de inhoud. Bijkomend nadeel is dat ik steeds wordt overmand door zware oogleden. De nachten maken het er namelijk niet beter op. Het lijkt verdorie bijna een nieuw ritueel: vol goede moed stap ik om middernacht in bed, maar na een uur lig ik groen van jaloezie naast mijn ronkende Lief klaarwakker naar mijn mobiel te staren. Ik ga eruit en zie in de kattenren dat ons viertal geniet van de paar graden verkoeling en het eindeloze aanbod van motjes. Ik ga erbij zitten, laat bewust het licht uit om de muggen te misleiden en schil een appeltje. Tegen drieën kruip ik verwachting-loos op de bank, om dan in de vroege ochtend te merken dat ik toch nog een paar uur geslapen heb.
Maar in de lome middaguren helpt dat slaaptekort bepaald niet mee als je onderuit gezakt zit te lezen in een boek waar je nog niet door gegrepen bent. Waar ben ik aan begonnen! Dat eerste hoofdstuk schiet maar niet op. Gelukkig heb ik uitgevonden dat in de rest van het boek het ‘&-teken’ niet meer voorkomt. Even doorzetten dus. Ik kan het niet laten en dicht een mail naar de uitgever, waarin ik mij hardop afvraag of het opzet of een vergissing is. Een dag later wordt me opgewekt in allesbehalve foutloze tekst – verteld dat het opzet is van de schrijver.
Al met al heb ik kostbare leestijd verslapen of verspeeld door tegenzin. Zondagmiddag komt mijn wandelmaatje weer thuis. Vrijwel zeker heeft ze deze Parel op de 750 kilometer durende terugreis al gelezen. Dus speciaal voor jou meis…..Het komt goed, het boek heeft me nu veroverd en ik lees het uit. Daarna mag jij de NL-versie aan je collectie toevoegen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!