356_Plan B
Zaterdagmiddag staat hij om half 2 op de stoep om me te bedanken. Met twee Bossche Bollen. Echte. En ja, die kunnen maar uit één stad komen.
Voldaan kijk ik terug op een gekke week. Met als rode draad een 12-jarige kanjer die voor sponsoring van het Nationaal Ouderenfonds best de uitdaging aan wil nemen om van Vlissingen naar zijn oma in Vught te wandelen. Zijn moeder zal hem vergezellen en de overnachtingen en route zijn helemaal uitgestippeld. Toch moet er al na één dag een Plan B komen omdat een pittige blessure bij zijn moeder roet in het eten gooit. In een paar uur tijd is dat Plan B uitgelijnd: de jonge sportman zal de route met wisselende sidekicks volbrengen.
Twee weken geleden was ik voor hem nog de ‘mevrouw-van-de-krant’ die hem over zijn plan als eerste interviewde. Sindsdien volg ik hem op de voet. Ik hoor mezelf dan ook spontaan aanbieden om etappe 4 mee te lopen. Onder het familiemotto ‘Leuke dingen moet je laten gebeuren’ speel ik de dinsdag vrij en zoek mijn spullen bij elkaar. Een blik op de weerkaart voor uitgerekend deze dag leert dat we het met een beetje pech niet droog zullen houden. Normaliter zap ik bij zo’n bericht gelijk naar een dag die me meer aanstaat en verzet mijn plan. Maar afspraak is afspraak en dus ga ik op zoek naar iets dat me droog en warm kan houden.
Dat valt tegen. Mijn outdoor jack heeft geen capuchon. De anorak die ik in de schuur vindt is niet versleten maar wel bijna dertig jaar oud. En een regenbroek waarvan het elastiek niet verteerd is kunnen we niet ontdekken. Terwijl Lief en ik vrolijk worden van onze wel heel duidelijke antipathie tegen outdoor activiteiten bij slecht weer, denk ik koortsachtig na over een alternatief dat ik vandaag nog geregeld krijg.
Ik app mijn buuf of er iets te lenen valt en een uurtje later wordt onder het genot van een kop koffie de ene na de andere outfit uit de kast geplukt. Er zijn er al een paar de deur uit, maar ooit waren ze met zijn vijven en allemaal zijn ze behoorlijk van de buitenlucht. ‘Geen weer’ komt in hun woordenboek niet voor. ‘Hiermee ben je wel lekker zichtbaar’ zegt buuf, als ze het felgele regenjack voor mijn neus houdt. Mijn middelbare school trauma (op een fiets met terugtraprem van Heemskerk naar Beverwijk 10 kilometer fietsen) blijkt nog springlevend. ‘Ik vind het meer iets voor een vogelverschrikker en by the way, mijn route loopt door de bossen in Brabant’, piep ik.
Het kobaltblauwe jack heeft mijn voorkeur. ‘Ik weet niet zeker of dit jack wel waterdicht is hoor’ zegt ze. Onverstoorbaar kies ik van een ander pak een antracietkleurige regenbroek. Nog met de deurklink in mijn hand herinnert de dochter van buuf – tevens mijn wandelmaatje – zich haar recente kekke aankoop van een vrolijk gebloemde regenjas. Zo eentje die ik zelf ook zou kiezen, tenminste, als ik voornemens was om bij slecht weer te gaan wandelen. En zo lukt het dat ik op etappe dag 4 helemaal verguld voor de spiegel sta en tevreden vaststel dat het aan mijn outfit niet zal liggen.
De dag rijgt zich als vanzelf aaneen. Het eerste uur van de wandeling worden er opnamen gemaakt voor een nieuwsuitzending van Omroep Brabant. Hoewel het uiteraard gaat om de 12-jarige hoofdrolspeler, word ik niet uit het beeld geweerd. ’s Avonds deel ik de link naar de beelden van die ochtend trots met degenen die weten dat ik mee loop. Een van mijn nogal modebewuste vriendinnen appt per omgaande ‘Leuke jas!’. ‘Geleend en helaas niet ter overname’ antwoord ik naar waarheid.
Als mijn Buuf niet veel later de uitzending ook via het linkje heeft bekeken laat ze in bedekte termen weten dat de kekke jas me meer flatteert. ‘Maar goed dat je die gele niet aan had. Deze staat goed!’
En zo is het. In de actualiteit van een wereld vol hindernissen is een lieve buuf onmisbaar.
PS Een terugblik op de sportieve actie van Levi Weterings en de opbrengst ervan voor het Nationale Ouderenfonds zal in week 8 in de regionale weekkrant De Bode verschijnen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!