368_Bruisend weekje
Of de duvel ermee speelt. Begin van deze maand nam ik een rigoureuze beslissing. Ik heb me verzoend met de gedachte dat ik niet meer zal solliciteren. Prompt komt er een parttime vacature voorbij in de technische sector, die ik feitelijk niet kan laten liggen.
Het zal de laatste worden, zo spreek ik met mezelf af. Ik doe alles volgens het moderne sollicitatieboekje. Via de app contact leggen met een slimme vraag. Op tijd schrijven, refererend aan het app-contact. Mijn geheime wapen inzetten door mijn goede vriend en collega-schrijver een wervelende aanjager voor mijn brief te laten maken. Scherp in de gaten houden of mijn brief nergens roemloos ten onder gaat in een spambox. Check, check, dubbelcheck.
Is het een voorteken dat ik uitgerekend in die twee weken wachttijd in de straten in onze wijk steeds busjes met de naam van het bedrijf waar ik naar geschreven heb zie rijden? Zal het dan ein-de-lijk een keer mee gaan zitten? Mijn smoezenboek van meer dan een paar honderd afwijzingen is rijp voor het ronde archief. De markt wordt geregeerd door mensen die mij, mijn ervaring of mijn persoonlijkheid als regelrechte bedreiging ervaren. Het personeelswerk – tegenwoordig HR – is gedegradeerd tot niet meer dan een holle functietitel, ik ben er klaar mee. Allemaal negatieve energie.
En voor wie nu afhaakt, het beste moet nog komen! Want wat gééft het een opluchting, zo’n beslissing. En wat is het bevrijdend om niet elke ochtend de ‘meer dan 35 nieuwe vacatures in jouw regio’ door te hoeven scrollen. Ik heb me afgemeld op vacaturesites, mijn website aangepast op die zaken die ik gewoonweg niet meer wíl gaan doen. Toegegeven, het prikte natuurlijk wel, de afwijzing. ‘We willen je bedanken voor je interesse en de moeite die je hebt gestoken in je sollicitatiebrief (complimenten!)….maar….hebben gekozen voor een kandidaat die al enige tijd kennis en ervaring heeft op HR gebied. ‘Complimenten!’….grrrr. ‘Al enige tijd’. Precies. Iemand van 30 die aan een nieuwe uitdaging toe is. Steek die complimenten maar waar de zon niet schijnt. Want die goede brief en mijn inzet leveren nog niet eens een kop koffie op.
Maar hoe zat het ook alweer, met dichte deuren en andere die daar juist door open gaan? In de afgelopen weken is het me een paar keer overkomen. Voor mijn bijbaan bij de krant bel of ontmoet ik mensen. En die mensen krijgen energie van dat contact, waarderen de tekst en verbinden zich daarna met mij via het zakelijke netwerk. Op een volstrekt natuurlijke manier geef ik letterlijk en figuurlijk mijn visitekaartje af. En dat levert behalve positieve energie ook weer een schat aan verhalen op.
Zo ben ik deze week via een voorzitter van zeven speeltuinen die ik interviewde voor NL Doet (de grootste vrijwilligersactie van Nederland) aan een uitnodiging voor een kop koffie op zijn werk in de weg- en waterbouwsector gekomen. En kreeg ik een verzoek om mee te draaien in het offertetraject voor het tekstueel nalopen van een website van een bedrijf waar ik recentelijk een artikel over schreef. En wat te denken van de reddingsbrigade, die me in ruil voor een artikel deze zomer best een dag mee wil nemen. Zolang ik daar van de redactie geen opdracht toe krijg zal ik die invitatie niet aannemen, maar de andere zaken zijn gewoon te danken aan die persoonlijke kennismaking en één goede tekst. En al is er nog niets heel concreet, voor het eerst in hele lange tijd heb ik het gevoel weer mee te doen. Gezien te worden in mijn kwaliteiten.
Gelukkig ben ik het gas geven nog niet verleerd, want het bruiste lekker deze dagen. Tussendoor moest de komst van drie logees dit Pinksterweekend nog even voorbereid worden. We hebben het atelier van Lief goeddeels ontruimd, isolatieplaten op de grond gelegd. Vloerkleed erop en luchtbedden opgemaakt als tweepersoons bed. Schoondochter met kleindochter hebben hun woman-cave voor drie nachten. En kleinzoon slaapt in de logeerkamer. Best goed opgelost, al zeggen we het zelf. Zo blijven de andere ruimten ook leefbaar overdag en hoeven wij niet ’s avonds om half 11 naar bed omdat de slaapzakken in de woonkamer worden uitgerold.
Tussendoor wordt onze overbuurvrouw onverwachts opgenomen in het ziekenhuis. Behalve de echtgenoot is ook de 14-jarige poes ontdaan. We kunnen en mogen gelukkig wat hand- en spandiensten verlenen en dat wordt hogelijk gewaardeerd.
Op zaterdag vertrekken schoondochter en kids overdag naar de vriendengroep die een dorp verderop een paar huisjes hebben gehuurd. Als de boel aan kant is neem ik de gelegenheid te baat voor het eerst deze week even een kop thee te gaan halen bij mijn moeder en bij te praten. In het kwartier autorijden bedenk ik nog een paar boodschappen en besluit die te doen in het dorp waar zij woont.
Op de parkeerplaats heb ik mijn handen vol aan een zak houtsnippers en voer voor de parkieten, een presentje voor mijn broer (die daar binnenkort aanlegt) en mijn tas. Op de achterklep na gaan alle portieren open, voordat ik met mondkapje en volle handen de hal in verdwijn. De boodschappen laat ik in de auto, zo warm is het niet.
Twee uur later ga ik op huis aan. De automatische ontgrendeling van het portier weigert dienst. Als ik dichterbij kom zie ik dat het portier niet open, maar ook niet goed dicht zit. Er gaat nog geen lampje branden.
Ik zwaai joviaal, trek het portier dicht en draai de sleutel om in het contactslot. Alle lampen in het dashboard branden, maar de motor zwijgt in alle talen. Verhip. Accu heeft blijkbaar zijn beste tijd gehad en is leeg getrokken. Ik bel mijn Broertje en zeg dat ik lid ben van de ANWB, of heeft hij een beter plan? Dat heeft hij. Een kwartier later staat dat betere plan met startkabels voor mijn motorkap.
Een half uur na mijn telefoontje stap ik over de drempel. Wat een afsluiting van een bruisende week. En wat een schat aan verhalen. Als om half 12 de logees in hun mandje liggen lonkt mijn laptop, dit weekend voor de gelegenheid verhuisd naar de woonkamer. Na een halve Parel vallen mijn luiken dicht. Morgen nog een Pinksterdag. Deur open, deur dicht…..
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!