385_Bezinning
Vierentwintig maanden geleden zit ik met Vriendin aan tafel in mijn oude woonplaats. We hebben allebei zin in een concert in Amsterdam waar een mooie line-up van artiesten nummers van Hazes senior zal vertolken. Ik schraap ruim honderd euro bij elkaar voor een zitplaats en parkeergeld. We boeken voor 14 maart 2020.
Het blijkt het eerste weekend dat het C-woord roet in het eten gooit. Op dat moment hebben we nog geen idee hoe lang het onze agenda zal gaan bepalen. Het concert wordt verplaatst. En nogmaals verplaatst. En voor een derde keer verplaatst. Uiteindelijk komen we uit op vrijdag 5 november 2021. In twee jaar tijd staat de wereld er anders voor. Maar niet alleen de wereld, ook mijn eigen leven ziet er anders uit. Intussen woon ik al twee jaar in Zeeland en dat betekent dat Vriendin en ik 200 kilometer uit elkaar wonen en bij voorkeur onze afspraken verlengen met een overnachting. Ik zal op vrijdagmiddag naar Hilversum afreizen en zondagmiddag op huis aangaan.
In de weken ervoor volgen we het C-nieuws en de website van het evenementenbureau op de voet. Het gaat niet de goede kant op. De aangekondigde persconferentie voor 2 november is een veeg teken. Een dag eerder lekken de maatregelen – vast niet per ongeluk – uit. We verwachten opnieuw uitstel van het concert, maar dat blijft uit. Sterker nog, de marketingmachine lijkt de nieuwste rampspoed totaal over het hoofd te zien, want veel meer dan standaard richtlijnen valt er niet onze mailbox binnen. Wel wordt het landelijke nieuws in belangrijke mate vervuild door het bieden van een podium aan een protesterende minderheid. In de krant lees ik dat in ons land 87,5 procent van de bevolking gevaccineerd is. En dus een pas kan tonen. En ongetwijfeld ook het mondkapje als noodzakelijk kwaad accepteert. Het beleid vanuit Den Haag blijft zwalkend een weg zoeken naar ons polderende land.
Ik heb al lang geen zin meer in dat concert. En die bij elkaar geschraapte honderd euro doet geen zeer meer. Wat overblijft is mijn persoonlijke afweging. Gaan of niet gaan.
Donderdag bel ik met Vriendin. We hebben geen drie zinnen nodig. Ik ga kijken wat ik nog met de kaarten kan doen, we nemen ons verlies en maken er samen een leuk weekend van. Bij het evenementenbureau is er telefonisch geen doorkomen aan, maar online blijken we de kaarten gratis te kunnen aanbieden op een ‘fans-voor-fans-website’. Het duurt even, maar het lukt om daar de barcodes van onze tickets op te plaatsen. Als ze verkocht worden krijgen we een mail. Vrijdagmiddag arriveer ik in Hilversum. Die avond zitten we heerlijk bij de haard bij te kletsen, blij als een kind dat we niet naar Amsterdam ‘hoeven’. De mail dat de kaarten ‘helaas niet verkocht zijn’ verrast ons niet. Ondanks dat de website van het evenementenbureau nog blijft jubelen dat het uitverkocht is denk ik dat de werkelijkheid er anders uit zal zien.
Zaterdag heeft Vriendin een paar uur wat anders in de agenda staan. Ik heb de tijd even aan mezelf. Deze week was het Allerzielen en ook zonder een religieuze agenda is het mijn traditionele moment van bezinning. In Blaricum is Hannie – 10 jaar lang onze poezenoppas – in 2007 bijgezet in het familiegraf. Met haar hebben wij een meer dan bijzondere verbinding gehad die bij haar overlijden voortgezet werd met haar zusters en nicht. Jaarlijks met Allerzielen troffen we elkaar bij het graf en dronken een glas champagne op haar leven en onze herinneringen aan deze bijzonder erudiete vrouw. De bronzen poes op het graf verbeeldt onze dank en verbinding in de liefde voor katten.
Tegenwoordig is de tweehonderd kilometer afstand een belemmering voor dit soort spontane initiatieven. Maar de liefde en herinnering blijft en mijn behoefte aan bezinning is groot. Op de markt koop ik een mooie herfstkrans en ik rijd naar de begraafplaats in Blaricum.
De prachtige kleuren, de serene rust van deze intieme, bosrijke oude begraafplaats en de bronzen poes die door de jaren heen niet alleen kleiner maar vooral mooier lijkt te worden missen hun uitwerking niet. Vandaag is mijn bezinningsmoment ergens goed voor. In de stilte ‘hoor’ ik mijn eigen gedachten, vrij van meningen van wie dan ook. Het is een verademing.
Zeker, het C-woord zal voorlopig nog onze agenda beïnvloeden, een streep trekken door leuke plannen en menigeen zorgen brengen. Allemaal zaken waar we geen invloed op hebben. En over alles waar we wel invloed op kunnen hebben raken de meningen steeds meer oververhit. Als ik vertrek heb ik me voorgenomen om me daarvoor af te sluiten. Wanneer nodig zal ik – net als deze week- een afweging maken. Mijn persoonlijke afweging. Waar tweehonderd kilometer en Allerzielen al niet goed voor zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!