393_Troost
“Liefde houdt niet op waar het leven eindigt.”
Deze week neem ik een interview af over het beroep van een uitvaartbegeleider. Het voelt een beetje dubbel, want in de voorliggende weken ben ik op verschillende manieren met het verdriet van de dood in aanraking gekomen. Toch heeft het onderwerp vanuit mijn eigen achtergrond en ervaring mijn interesse.
In 2016 behaalde ik een certificaat uitvaartspreker. Twee maanden erna gevolgd door het certificaat zelfstandig trouwambtenaar. Op het eerste gezicht hebben deze beroepen geen raakvlakken, maar dat is slechts schijn. Ze draaien beiden om de liefde. En zowel bij een huwelijk als bij een afscheid vereist een toespraak zeggingskracht en taallenigheid.
Het uitvaartcentrum is gevestigd op een bedrijfsterrein. Logistiek nog niet zo gek, bedenk ik als ik voor de deur kan parkeren. Nog voor ik aan kan bellen zwaait de deur open. De goedlachse ondernemer verwelkomt me hartelijk. Het is een wijdverbreid misverstand dat uitvaartbegeleiders uitsluitend ‘in de plooi’ hun dagen doorbrengen. De ruimte is warm en sfeervol ingericht. Als we aan de ovale tafel gaan zitten vouw ik een paar eerder gepubliceerde interviews uit. Wat er daarna volgt blijft – nog steeds – grappig. “Kijk, dit is wat je gekocht hebt” zeg ik, wanneer de dubbele pagina de helft van de tafel beslaat. “Zo groot?” wijst het lijdend voorwerp dan verschrikt naar de headerfoto. “Yep, zo groot” lach ik dan terug. “Maar maak je geen zorgen, als wij over een uurtje die foto maken ben je ontspannen. Kijk maar, hier is het ook gelukt”.
Voor we het weten zijn we een uur verder. Zo gaat het vaker. Ik laat een bandje meelopen waardoor het vanzelf meer een gesprek wordt. De ondernemer is 44 en moeder van een 17-jarige meidentweeling. “Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar een van mijn dochters is gisteren voor een stage van drie maanden naar Tanzania vertrokken, dus ik houd mijn telefoon in de gaten. Ze is gisteren goed aangekomen maar reist vandaag met een vrijwilligersorganisatie naar de eindbestemming”. Ook zonder 17-jarige dochter kan ik me goed in haar verplaatsen.
Na de opleiding social work vond ze twee decennia haar bestemming in de kinderopvang. Tot het moment dat ze als manager als gevolg van enorme bezuinigingen steeds verder van de werkvloer af kwam te staan. Juist in die periode, waarin ze zich van alles afvroeg, verloor ze een paar dierbaren en kwam in contact met de uitvaartzorg. Ze besloot het roer om te gooien en startte met de opleiding tot uitvaartondernemer. De mix van het ondernemerschap en een beroep waarin ze echt van mens tot mens aan de slag kon bleek haar goed te passen. “Kinderopvang en uitvaartzorg lijken ver uit elkaar te liggen, maar in beide beroepen gaat het om kijken, luisteren en begeleiden van mensen in een kwetsbare periode”.
Behalve dat inzicht zag ze ook waar ze – als zelfstandig ondernemer in de uitvaartzorg – het verschil zou kunnen maken. “Ik verdien mijn tarief maar verder niet aan marges op de kist, de bloemen of andere zaken. Ik wil niet als een verkoper aan tafel zitten, dat is een bewuste keus.”
Het aantal uitvaarten nam fors toe. Zo fors, dat ze samenwerking met zzp-ers heeft gezocht. Dan – alsof ze mijn gedachten kan raden – zegt ze: “Het merendeel van de mensen overlijdt niet aan corona, maar aan kanker of ouderdom. Maar corona heeft op een heel andere manier wel iets gebracht. Intiemer afscheid nemen. De bescheiden koffiekamers, de livestream en alles zonder de uitputtende emotionele belasting van twee uur condoleance. Door de pandemie werd het legitiem om het zo te doen.”
Uitbreiding van het team om de vraag het hoofd te blijven bieden gaf haar ook de ruimte om het ondernemerschap te ontwikkelen. Zo sloot ze overeenkomsten met een paar recyclingbedrijven en ging een samenwerkingsverband aan met een instelling voor de geestelijke gezondheidszorg en een penitentiaire inrichting voor het produceren van een duurzame kistenlijn van gerecycled hout.
Als we na een uurtje aan de foto’s toekomen herschikken we een paar zaken en steken wat kaarsen aan. “Wacht even hoor, dit doen we ook anders” zegt ze, terwijl de doos met tissues van tafel verdwijnt. Ze legt een paar kleine kartonnen verpakkingen terug. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. Terwijl ik naar de tafel loop vraag ik wat het is. “Een papieren zakdoekje, dit leggen we op de stoelen bij de uitvaartdienst”. Op de omverpakking lees ik “Liefde houdt niet op waar het leven eindigt.”
Juist in deze week treft me de eenvoud van de zin. Troostrijker wordt het niet.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!