405_Parelwaardig interview
De grote grijns is op de terugweg van de visgroothandel in Yerseke naar huis niet meer van mijn gezicht te poetsen. Met blossen op mijn wangen val ik met de deur in huis. Alsof ik van een schoolreisje thuis kom in plaats van een interview voor de krant struikel ik over wat ik het eerst wil vertellen.
Arme Lief, het moet een tornado voor hem zijn. Hij is eraan gewend dat ik geniet van het interviewen voor mijn bijbaan, maar meestal blijft het bij het delen van een indruk en de rest leest hij als de krant op de mat valt. Dat geduld vergeet ik even. Te leuk!
Over twee weken zetten we de spot op het beroep van een vrachtwagenchauffeur. Met zo’n beroep begint mijn voorpret al bij het verzoek van de redactie. Toegegeven, ik heb een wat geromantiseerd beeld bij het beroep. Maar als het groot is – en ik bedoel écht groot! -, veel paardenkrachten heeft en stuurmanskunst vereist ben ik een en al aandacht.
Mijn opa was expediteur in Venlo. De naam Van Strien rijdt nog steeds rond, maar heeft niets meer met de familie te maken. Maar ik heb het in de genen. Het rijbewijs (in mijn tijd nog B-E ineen) had ik snel op zak en op mijn 21ste nam ik de caravan van mijn ouders over. Wie denkt dat ik daar ‘zo’ de weg mee op mocht, vergist zich. Ik hoor het mijn vader nog zeggen: “Hij rijdt – waarom altijd een ‘hij’? – niet alleen vooruit.” In de vorige eeuw was de Makro op zondag nog gesloten. Op het enorme parkeerterrein draaide ik onder zijn bezielende leiding achteruit een parkeervak in, slalomde tussen pionnen, mat de draaicirkel en testte mijn spiegels. Vreselijk vond ik het destijds, maar jaren later – na een paar pittige rijervaringen – heb ik hem er uitbundig voor geprezen en bedankt.
In mijn tijd bij de vuilnisdienst in Delft heb ik gevraagd of het niet handig was als een sectiechef reiniging ook haar groot rijbewijs had. Hihi….ze stonken er niet in natuurlijk. Veel verder dan een paar dagen meegaan met de mannen kwam ik niet. Toch werd mijn bovengemiddelde belangstelling gewaardeerd.
Bij de geringste aanleiding bestuurde ik de grootst mogelijke vervoersmiddelen. Zo toerde ik eind jaren 80 met een 7,60 meter lange camper door het westen van Canada. En mijn Limburgse vriendin ligt op dit punt in de parel alweer in een deuk vanwege de herinnering aan het ophalen van een heuse Amsterdamse letterkast, bij mij in gebruik als kralenkast. Ze zou me vergezellen en had uitgebreid bemeten dat de kast in haar auto prima zou passen. Maar ik wilde geen risico nemen (lees, de kans niet laten lopen om een bus te huren) en reed voor in een verlengd exemplaar;-).
Enfin, ik dwaal af. Maandagmiddag spreek ik transportplanner Sjaak en CE-chauffeur Jaco. Door drukte is onze afspraak verschoven naar de tweede helft van de middag. Na het interview lopen we voor de foto langs het wagenpark. Het valt me op dat er verschillende merken bussen staan. “Voor een deel ben ik daar denk ik schuldig aan” lacht Sjaak. “Maar onder de streep kwam het toch echt beter uit”. Tja, de handelsgeest is hier met de paplepel ingegoten. Voor de foto wil ik de mannen bij een vrachtwagen fotograferen. Aangekomen bij de logistiek wijst Sjaak naar de Mercedes Actros. Mijn voorliefde blijkt nog springlevend. “Dit is wat we noemen echt het neusje van de zalm” zegt Sjaak. Ik schiet in de lach om de beeldspraak bij een internationale visgroothandel, maar ben wel gelijk ‘aan’ en wil er alles van weten.
Terwijl Jaco de sleutels gaat halen spijkert Sjaak me bij. “Kijk, er zitten geen zijspiegels op. Het is nu een MirrorCam: de buitenspiegels hebben plaatsgemaakt voor camera’s op het dakframe en displays op de A-stijlen. Het verbruik daalt door verbeterde aerodynamica en de verkeersveiligheid is hoger omdat de chauffeur meer ziet. Bovendien draait het camerabeeld mee in de bochten, waardoor de bestuurder altijd het einde van de oplegger blijft zien”.
Jaco komt met de sleutels aan en ontgrendelt het portier. “Als je durft klim je er maar in” zegt Sjaak. Dat heeft geen aanmoediging nodig. Ik gooi mijn tas van mijn schouder en klauter achter het stuur met een grijns van oor tot oor. Met de reclameslogan van Victoria Vesta in mijn achterhoofd (“Ik durf het bijna niet te vragen, maar mag ik even?”) vraag ik Jaco om een foto van me te maken, als bijzonder aandenken.
’s Avonds krijg ik drie foto’s via de app. Ondertiteling volstrekt overbodig, maar ik deel ik ze in kleine kring met de tekst “Wat een mooi bedrijf, mijn koren stond te bloeien, het was een Parelwaardig leuk interview vandaag in Yerseke!”.
“Staat je goed” reageert Vriendin. “Nieuwe carrière?”
“Als er iemand sponsort stap ik in!” roep ik overmoedig. Eerst maar even landen, een Pareltje rijgen en een wervend artikel voor de krant schrijven.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!