355_Een vak apart
Ze vraagt het terloops als ik bij haar aan de thee zit. ‘Wil jij mijn haren knippen, het duurt nog wel even voordat de kappers weer open gaan’. Eh….dúrf je dat wel? ‘Ja hoor, je hebt Han toch ook geknipt!’.
De logica ontgaat me, maar voor mijn moeder is het gegeven dat mijn Lief zijn weelderige witte haardos aan mijn linkerhand heeft toevertrouwd het bewijs van mijn kunnen. Ik stribbel niet tegen, maar zeg ‘Als jij het durft, durf ik het ook. Ik neem volgende keer mijn schaar mee’.
Thuis op de bank google ik een linkshandige kappersschaar uit het lagere segment. Immers, ik ben niet van plan dit langer dan strikt noodzakelijk te blijven doen. Ieder z’n vak. Toch wil ik voor de vijfde knipbeurt die ik binnenkort vervul niet meer mijn linkshandige stoffenschaar gebruiken. Daar knapt de schaar niet van op en raakt een mens van in de war.
Als het kekke exemplaar op de mat ligt zit ik er eerst eens met een geleerd gezicht naar te kijken. Gewoontegetrouw steek ik mijn duim en wijsvinger door de twee gaten. Dat zit wat strak, maar dat zal wel wennen zijn. Onder het gat waar mijn wijsvinger doorheen steekt bevindt zich een steuntje. Dat zal vast voor mijn middelvinger bedoeld zijn. In plaats van filmpjes met voorbeelden van thuiskappers op te snorren besluit ik schoondochter te appen over mijn nieuwe aanwinst. Ze is inmiddels uit het kappersvak en timmert lekker aan de weg in een administratieve carrière, maar is de kunst nog niet verleerd. De eerste tip is al een verademing. ‘Mochten je vingers te dik zijn voor de gaten in de schaar, dan kun je de binnenringen eruit halen. Ik moet de mijne er meestal voor de duim uit halen’. Ik antwoord ‘Goeie tip. Vond het al wat strak;-)’.
Op mijn vraag welke vinger ze in het andere gat stopt komt een onverwacht antwoord: ‘Mijn ringvinger’. Huh? Voor de tweede keer in een half uur zit ik met een geleerd gezicht naar de schaar te kijken, terwijl mijn duim en ringvinger in een spagaat de gaten van de schaar vullen.
‘Waar laat je dan je wijs- en middelvinger’ piep ik ongerust. Eén ding is zeker, al ik zó moet knippen wordt ’t niks. ‘Ben op mijn werk, laterrr!’ en weg is schoondochter. Ik knip een paar plukjes bij Lief om te kijken of de schaar het doet en besluit – wat het antwoord ook is – dat ik de schaar morgen bij mijn moeder zo vasthoud dat ik ermee kan werken.
’s Middags maakt Lief het buitenverblijf voor de katten sneeuwvrij en ik plaats een filmpje op de Facebook pagina van de KattenClub. De dames en mijnheer liggen namelijk prinsheerlijk achter het glas te loeren hoe het personeel buiten ploetert. ‘Han zijn haar is nog best lang hoor, je hebt het toch pas geknipt?’ zegt mijn moeder als ik binnen stap. ‘Voorzichtig beginnen’ zeg ik (naar waarheid).
We leggen een oud douchegordijn op de gladde keukenvloer en mijn moeder doet een kapmanteltje om. ‘Ik knip het haar droog, want voor je het weet is het te kort om er straks nog wat mee te kunnen’. Die associatie is genoeg voor een deja vu. Eind jaren zestig, ik zit op de lagere school, in een tijd dat je met lakschoentjes, witte kniekousen, een rokje, truitje en je haren in staartjes met een pony ertussen op de schoolfoto stond.
Zij: ‘Weet je nog dat de jongens slap van de lach onder tafel hingen?’
Ik: ‘Ja, omdat jij mijn pony knipte en er niet in slaagde om dat récht te doen’
Zij: ‘Ja, en hij werd steeds korter….’(om voor mij onduidelijke redenen is een pony dan een hij). En je wilde niet meer naar school. En bij elke poging om het bij te knippen moesten de jongens nóg harder lachen’ (ik wed dat mijn broers dat bij deze alinea opnieuw doen).
Ik: ‘Eigenlijk had ik het kunnen weten, want zelfs een plak ontbijtkoek kon je toen al niet recht afsnijden mam. Het zou vandaag natuurlijk mijn ultieme zoete wraak zijn;-))’ .
Als we uitgelachen zijn doe ik mijn best en na een uurtje is het naar haar zin geknipt, gewassen en in model geföhnd. ‘Knap hoor, ik doe het je niet na’ zegt ze nog op de drempel. Hahahah….nee, dat weet ik al zo’n jaar of vijftig, grijns ik achter het stuur op weg naar huis.
Bij thuiskomst meldt schoondochter zich op de app. ‘Tóch mijn ringvinger’ Op de foto die ze meestuurt zie ik haar laptop en een kantoorschaar in een ervaren kappershand. De duim en ringvinger in de gaten, de wijs- en middelvinger losjes leunend op de schaar. Ze is het levende bewijs dat je gloedvol kunt omscholen, zonder je oude liefde te verbannen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!