359_Blije koeien
‘Eindelijk weer de wei in’ kopt de weekendkrant. De foto van glanzende koeien die dol van vreugde de wei in stormen brengt me spontaan het lentegevoel aan de ontbijttafel.
Deze week zag ik de tweede aflevering van Onze Boerderij, het nieuwe programma waarin Yvon Jaspers per aflevering met een BzV-stel naar inspiratie voor het boeren op zoek gaat in Europa. Volgens haar is die inspiratie nodig, omdat boeren in ons land overspoeld worden door milieumaatregelen, dierenwelzijnsnormen, fosfaatbeleid en stikstofcrisis.
Zeeuwse boer Bertie heeft in ijltempo haar groot rijbewijs gehaald en fungeert als chauffeur van de vintage bus-camper. De zwangere paardenfokker Steffi en haar lief Roel treffen in het midden van Jutland boer Boudewijn met vrouw Stineke. Het stel begon in 1990 met 70 melkkoeien in Friesland.
Ze emigreerden met vier kinderen 6 jaar geleden naar Denemarken, vanwege de wens om te kunnen leven van de opbrengst van koeienmelk. Terwijl ze er nu de energie voor hadden, bleken er teveel onzekerheden in het Nederlandse beleid te zijn, waardoor hun plan om uit te breiden niet van de grond kwam en de banken terughoudend waren. Ze hebben inmiddels 600 koeien, 9 melkrobots en 300 hectare land.
Zelfs een ongeoefend oog valt op dat de 300 hectare land er wel heel strak geschoren bij ligt. ‘Zouden de koetjes hier weleens buiten komen?’ vraagt chauffeur Bertie zich hardop af. Als een kind in een schoolklas roep ik ‘Neeeee’ tegen het televisiescherm, ‘het ziet eruit als de kort gemaaide grasvlakte van een golfgreen.’ Vastbesloten de reden te achterhalen waarom de koeien hier niet buiten lopen zal ik het programma uit kijken.
We zien het echtpaar in het weiland in gesprek met Yvonne. Nadat ze de enorm uitgestrekte weides bejubeld heeft geeft ze een schot voor de boeg met ‘Práchtig is het hier, maar ik mis éen ding….Zo’n plak gras en ik zie er geen koe op…..’ . Stineke lijkt goed voorbereid op de ondertoon van de wat luchtige opmerking. ‘Het is in ons bedrijfssysteem gewoon lastig. We hebben 9 melkrobots, dan moet je gaan zoeken naar een manier waarop ze vrij koeverkeer naar buiten kunnen krijgen. Met dit aantal hectares dat wij hebben en het aantal koeien, is het wel echt een dagtaak.’
‘Koeverkeer’? En vergis ik me, of verdiept de rimpel op het voorhoofd van boer Boudewijn zich tijdens die uitspraak.
‘Dus wij hebben andersom gedacht. We kunnen de koeien geen buiten bieden, hoe bieden we ze dan binnen een zo goed mogelijke plek’ vervolgt Stineke.
Aan het eind van de dag staat Steffi bij Stineke in de grote, goed verzorgde stal. Haar gezicht is een open boek. In de lucht hangt nog steeds de waarom-vraag die we thuis op de bank ook hebben. Waarom vertrek je met je hele hebben en houden om letterlijk en figuurlijk ruimte te krijgen en groter te worden als je vervolgens met die fysieke ruimte niets doet? ‘Ik vraag me af…. – opent ze het gesprek diplomatiek – …’zou ik het ook zo doen of zou ik het hier kunnen. Want dit is echt managen van een groot bedrijf. Mis je dan niet het echte contact met die dieren? Want je loopt er wel tussen maar echt het werken ermee dat doe je niet meer.’
De camera zoomt in op het gezicht van de twee vrouwen. ‘Boudewijn en ik zijn allebei écht koeienmensen’ zegt Stineke. We doen nu wat we ontzettend leuk vinden. Mijn werk bestaat uit het observeren van de koeien. Hoe ze staan, rusten, uit hun ogen kijken. ‘s Morgens kijk ik samen met de koeien over het prachtige landschap en geniet van het uitzicht’. Ik haal heel veel voldoening uit de ochtendroutine waarin ik de koeien controleer die me echt nodig hebben en dan is het een kick als je die weer de goede kant op kunt buigen. Daar kan ik mijn passie supergoed in kwijt. Het is niet alleen het managen van koeien maar ook van mensen, van de aanvoerstroom van voer, het plannen van de inkoop.
Steffi heeft bij écht boeren meer een nostalgisch gevoel. ‘Buiten zijn, dicht bij de dieren staan, vrij zijn. Hier zou ik me meer op een ander soort bedrijf voelen. Je bent hier meer een manager, dat haalt voor mij de romantiek er een beetje af. In NL hechten we daar heel erg aan. Maar het grote probleem is dat we van die emotie geen boterham eten.’
‘Leuk tuintje he’ grapt Steffi later tegen Roel, als ze met de familie voetballen op het uitgestrekte weiland. Ter afsluiting vraagt Yvonne wat ze van deze dag in Denemarken mee naar huis neemt. Steffi blijft beleefd. ‘Heel fascinerend om dit verhaal te horen, we hebben veel mooie indrukken.’ ‘En Bertie, wat neem jij weer mee uit Denemarken?’ Bertie werpt een blik op Yvonne en besluit de sfeer niet te verpesten. ‘Ik neem jou weer mee uit Denemarken’ grijnst ze.
En dan zit ik aan de ontbijttafel boven de krant met blije koeien. Het lentegevoel wordt iets geknepen door de gedachte aan de koeien in Jutland. Zomer en winter staan ze uit te kijken over uitgestrekte weilanden waar ze nooit op mogen lopen. Ze worden gemolken door robots en gemanaged door de vrouw van de boer. Ineens begrijp ik waar Boudewijn die diepe rimpel van heeft: hij is die blik van zijn 70 blije Friese koeien in het voorjaar nog niet vergeten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!