392_Reünie
Half januari word ik verrast met een uitnodiging voor een reünie met (oud) medewerkers van de Sociale Dienst, de voorloper van de Dienst Maatschappelijke Zorg. De begeleidende brief met een paar foto’s trekt – eureka! – feilloos de juiste lade in mijn geheugen open.
Het was mijn eerste volwassen baan in alle opzichten. Ik was helemaal negentien lentes, net getrouwd en wilde na een jaar voor een uitzendbureau werken graag ergens langer blijven. Tot verbijstering van mijn ouders koos ik naast mijn fulltime baan geheel vrijwillig voor een driejarige avondopleiding. Door de zwaarte van het vak en het cliëntenbestand was de koek na zeven jaar toch schoon op. Toch heb ik er met het grootste plezier gewerkt, in de 10 banen daarna werd het nooit langer dan 5 jaar.
In de uitnodiging treft me de motivatie om na meer dan drie decennia dit initiatief te nemen. “Het was voor velen van ons een fijne tijd en we kijken er met veel plezier op terug. Een tijd van grote saamhorigheid, ondanks de vele veranderingen: typemachines werden vervangen door elektrische schrijfmachines en later pc’s met Word Perfect, oud en jong werkten samen en we kenden elkaar allemaal bij naam.”
Van die paar regels zou je spontaan heimwee krijgen. Want het wás zo. En misschien was het vooral zo omdat we elke dag merkten dat we elkaar nodig hadden. Het was ook de tijd dat de buitenwereld meestal niet kon overzien wat zich in de spreekkamers afspeelde, maar er wel een oordeel over had. Dus ja, we waren close. En als we íets daar meer dan ooit ontwikkelden, dan was het wel onze verbale en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid.
De ongeveer honderd collega’s kenden we bij naam. In ons eigen team investeerden we in elkaar. Als het mis ging in de spreekkamer of de casus was te pittig, dan was er een zakdoek, een arm om je schouder en oprechte aandacht. Maar de medaille had ook een keerzijde; er ontstonden in dit vakgebied bovengemiddeld veel nieuwe werkvloer-setjes.
De reünie zal in april plaatsvinden, als de omstandigheden het toelaten. Wie over fotomateriaal beschikt kan dat vooraf insturen. Dat zou voor mij nog weleens een uitdaging kunnen worden, want behalve 10 banen ben ik ook 10 keer verhuisd;). De laatste keer – in 2019 – verhuisden we naar een lieflijk 100 jaar oud pandje in Zeeland. Alle grote meubels maakten plaats voor maatwerk en ondanks onze kritische blik en keuzes zijn we er met de schoenlepel ingehuisd.
Intussen zijn we eraan gewend: in een groot huis kun je eindeloos blijven verzamelen en liggen spullen toch nergens in de weg. Maar op ons adres is de stelregel ‘iets erin, dan ook iets eruit’. En dat werkt. Alleen met de dozen ‘nostalgie’ bleek een kritische selectie zo moeilijk dat er nu 4 verhuisdozen in de externe opslag staan en twee thuis op de vliering. Ik doe een schietgebedje dat het blik met losse foto’s op ons huisadres tevoorschijn komt. Samen met Lief doe ik een poging en trek een paar dozen van de vliering. Bingo, het blik zit erin.
Aan de grote tafel blijkt dat al die verhuizingen goed zijn geweest voor de efficiëntie in het bewaren. Het blik puilt uit met foto’s, maar is gerubriceerd tot achter de komma. Binnen 10 minuten vind ik alle foto’s van mijn werkverleden. Uit de DMZ-periode van 1981 tot 1988 selecteer ik vijfentwintig beelden die als een warme glimlach over me heen spoelen. Wat waren we jong. Wat hébben we enorm veel leuke herinneringen ook op beeld bewaard! En – met stip op koppositie – wat hebben we ondanks het pittige werk ongelooflijk veel gelachen!
Uit die tijd zijn er nog springlevende contacten in mijn netwerk van vandaag. De hele middag vermaak ik me met zoete herinneringen. Enkele oud-collega’s stuur ik foto’s van leuke of bijzondere gedeelde momenten. Van de een kreeg ik paardrijles, met de ander heb ik in het najaar van 2020 nog een huwelijk voltrokken. Een half leven zijn we opgeschoten, maar voor die nostalgische glimlach zijn we toch slechts een muisklik van elkaar verwijderd.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!